Een tropische plant uit droge gebieden, de plant kan ‘s zomers heel goed buiten staan, maar zorg wel voor goede drainage bij veel regen...
Het blad is klein en de onopvallende, groengele bloemen geuren heerlijk. Na de bloei ontstaan vruchtjes, die eruitzien als pinda’s en rozerood kleuren bij rijping.
De zaaddozen bevatten een zoete (tikje zure) witte pulp die rauw wordt gegeten in Mexico, de Filipijnen, Pakistan, Qatar en India als bijgerecht bij verschillende vleesgerechten en als basis voor dranken met suiker en water ('agua de guamúchil'). De zaden zijn trouwens pikzwart.
Alle delen van de planten worden in de traditionele geneeskunst toegepast.

Bekend als winterplantje vanwege de sierlijke besjes. Niet veel mensen kennen de vele toepassingen van dit Noord-Amerikaanse plantje! De besjes kunnen zowel rauw als gekookt worden gegeten en hebben een heldere, pittige smaak; na de vorst verbetert de smaak. Het jonge blad wordt rauw gegeten en heeft een prettige bite. Heel populair is de heerlijke thee, die van het blad wordt getrokken, na het fermenteren van het rode blad ontstaat een sterke thee. Voor de Indianen was dit plantje heel belangrijk als pijnstiller, ontstekingsremmer en stimuleringsmiddel. De olie, die uit dit plantje wordt getrokken bevat dezelfde stoffen als aspirine. Niet geschikt voor mensen met een allergie voor salicylaten.

Deze bijzondere, medicinale boom heeft in de hindoe-religie een speciale betekenis tijdens Dasherafeest (Dussehra). De plant vormt (in de pot geteeld) een struikje, dat in de zomer buiten kan staan en bij ons in de winter naar binnen moet, maar een nachtvorstje doorstaan ze wel. De grappige blaadjes worden door een spleet verdeeld in 2 ronde bolletjes. De spierwitte bloemetjes komen in trosjes en zijn wonderschoon! Na de bloei vormen langwerpige grijsgroene peultjes.
De bladeren, bloemen, jonge peultjes en zaden zijn eetbaar en worden in de traditionele geneeskunst toegepast.

Een zeer geliefde, langwerpige Kroot of Rode Biet met een rijke geschiedenis!
MacGregor's Favourite is een 19e-eeuwse Schotse variëteit met een dubbele reden om ze te kweken: zijn mooie, donkerrode, zachte bladeren zijn (jong geplukt) een lekkere, gezonde en fraaie toevoeging in de salade en de lange, kegelvormige wortels zijn (mits gelijkmatig gekweekt) heerlijk van smaak, aards, zoet en aromatisch. Als sierplant misstaat deze biet dus niet, je groentetuin mag immers ook fraai eruit zien?

LEKKERNIJ EN GENEESKRACHT UIT AFRIKA!
Er is nog veel te ontdekken over eetbare planten in veel werelddelen, maar zeker in Afrika. Op dit soort werd ik gewezen door een klant en verdere studie in mijn boek “Prota Vegetables” bracht me tot deze samenvatting:
De plant groeit in Midden-Afrika en wordt volop gegeten uit het wild of thuis van enkele planten, die uit het wild gestekt zijn. Het blad is min of meer bitter en (mede daardoor) zeer gezond. Je kan na het zaaien een selectie maken van meer en minder bittere planten, dat doet men in Afrika ook, de minder bittere zijn voor de kinderen om eraan te wennen. In veel landen wordt Bitterblad als groente gegeten, meestal na kort roerbakken als spinazie. In Kameroen is dit bijvoorbeeld een populair gerecht met vlees en/of garnalen, knoflook, uien en pinda’s: het gerecht heet NDOLÉ. Soms worden de bladeren ook rauw gegeten met palmolie en zout gemengd. De jonge twijgen van de plant worden als tandenstoker gebruikt. Heel bekend is het gebruik in traditionele geneeskunst. Allerlei ontstekingen en infecties worden geremd door de werkzame stoffen. Chimpansees gebruiken ze zelfs omdat ze kennelijk beseffen dat dit helend werkt. Genoeg reden om eens aan de slag te gaan met deze bijzondere plant, die je overigens in de winter ruim vorstvrij moet zetten.

Mooie, fijne, gele boterboontjes, maar dan groeiend aan de stok, klimmend dus! Sunshine wordt vrij lang, 18 cm, is mooi rond en vlezig en heeft een fijne, zachte bonensmaak. Het is ook nog eens een zeer ziektebestendig ras!

Deze groene, lange Kousenband (60-70 cm) is bijzonder populair in tropische landen! Niet in het minst omdat de plant tegen veel warmte kan. Bij ons lukt de teelt redelijk buiten, maar je hebt een zonnige zomer nodig, in de kas gaat het beter. De peulzetting is vrij laat omdat het een korte-dag-plant is. Kousenband is heerlijk in allerlei wok-gerechten, ze worden in stukjes van ongeveer 5 cm gesneden. We verkopen een bruin-rood-zadig en zwartzadig ras, de voorkeur is per klant verschillend. Dit is de zwartzadige, een klimmende plant!

De fijnste naaldboon zonder draad. De groei is optimaal compact en stevig, de fijne peulen bereiken ongeveer 12 cm lengte en de meeste worden niet dikker dan 6,5 mm! Pluk je ze extreem jong, dan kweek je ze in de traditie van de echte Franse Naaldboon, dit ras blijft echter ook in ouder stadium zeer dun en zonder draad. Verwacht een geweldige opbrengst per plant bij elke weersomstandigheid.

Deze pronkboon is uniek in zijn soort: paarse peulen! Een bijzonder opvallende verschijning na de sierlijke, oranjerode bloei. Laat je de peulen iets afrijpen dan zijn de bonen helder roze en kunnen vers gedopt worden. Helemaal afgerijpt worden de zaden lilaroze met zwarte vlekken en spikkels. Deze bijzondere pronkboon is klimmend.

‘Lady Di’ en ‘Windsor’ zijn beide roodbloeiende pronkbonen van de moderne generatie: lang en slank (26-30 cm) en vrijwel draadloos, waardoor ze tijdens een warme zomer lang mals en oogstbaar blijven. Geniet ook vooral van de fraaie rode bloei, bijna een sierplant!
We leveren 1 van de 2 genoemde variëteiten, naargelang beschikbaarheid.

Uit oude Friese traditie! Deze crèmegele droogboon is van oorsprong een lage stamboon, maar op een bepaald moment (we weten niet wanneer) ontstonden er spontaan klimmende bonen, daar is ook mee doorgeteeld. Zo heb je per m² meer oogst en doordat de wind vrij door het gewas kan waaien, krijgen stokbonen niet snel te kampen met schimmelziekten. De geoogste bonen hebben een zachte schil en zijn ideaal als soepboon, maar worden ook graag met een stukje spek gegeten. De zachte, romige bonensmaak van de soep wordt traditioneel gecombineerd met veel soorten kruiden en bouillons.

ZELDZAAM BONENRAS!
Een zeer vruchtbare, klimmende boon, waarvan je de peulen vers kan doppen (als een flageoletboon) of geheel droog kan oogsten. De verse boontjes zijn helderblauw, verwacht 6 boontjes per peul en de droge boontjes worden bijna zwart en zijn dan uiteraard lang te bewaren.
Deze prachtige, roze bloeiende boon is door spontane kruisingen ontstaan op het seedsaver veld van Lisa Bloodnick in Apalachin (Bloodnick Farm). Onze Nederlandse kweker vermeerderde het ras verder voor ons... Na enig experimenteren vond Lisa in 2018 dat het ras zuiver genoeg was. Het was een erg nat jaar en ‘Sacre Bleu’ bleek als enige nauwelijks last te hebben van schimmel, wat een prettige eigenschap is voor een boon, die geheel rijp moet worden geoogst!

Alleen al voor de sier zou je deze halfplatte spekbonen willen telen: lilaroze bloei, met dieppaarse peulen, stengels en bladeren. In de Kew Gardens (Engeland) ontdekte men de grote oogst in combinatie met een opvallende bestendigheid tegen kou en regen... Het ras is rond 2000 “geboren” en is sindsdien een populaire (maar vooralsnog zeldzame) variëteit. De flinke oogst begint al vroeg en gaat lang door…

Dit is een moderne verbetering van de historische Neckarkönigin, ontwikkeld door Nunhems. Je kan een zeer grote oogst verwachten, ‘Terli’ geeft peulen van 25 cm lang, ze zijn resistent tegen rolmozaïekvirus en vlekkenziekte. Verder valt op, dat de planten een sterk wortelgestel ontwikkelen, waardoor periodes van droogte goed worden doorstaan.
Spekbonen staan als bonentype tussen de sperziebonen en snijbonen, ze worden volgens oude gewoonte in delen gesneden, gekookt of gewokt en samen met gebakken stukjes spek gegeten.

DE VROEGSTE TUINBOON, DIE WE KENNEN!
‘De Monica’ is een sterk verbeterde variëteit uit 2010, de peulen zijn extra lang (rond de 20 cm) vol met stevig smakende tuinbonen. De planten zijn ziekteresistent en de tuinbonen zijn heel vroeg oogstbaar. Dit ras is heel flexibel: geeft ook goede oogst in Zuid Europa en is bij ons opmerkelijk goed winterbestendig, hoewel ze bijna net zo vroeg zijn als je ze in het vroege voorjaar zaait... De planten worden ongeveer 100-125 cm hoog, bloeien zwart-wit, maar omdat de zaden een witte navel hebben zijn ze niet bruinzadig.

WAT EEN SMAAKFESTIJN!
In 2008 was de verzamelaar Helton Muniz op het “Projeto Colecionando Frutas” (fruitverzamelingsproject) in het bos van Angatuba (São Paulo) en ontdekte deze soort.
Sindsdien is hij erin geslaagd deze zeldzame soort te kweken en enkele jaren later bereikten de eerste zaden Europa.
De Juã-Açu is gewoonweg geweldig qua smaak. Heel exotisch. Je kan kiwi, abrikoos, achachairu, sinaasappel en passievrucht proeven. Ongelofelijk hoe veelzijdig de smaak van een "Solanum" kan zijn.
Deze Juã-Açu zaden zijn ook interessant voor mensen die deze fruitplant al bezitten.
Je hebt dan weer een plant om te kruisbestuiven (wat vaak een voordeel is). Kweek dus het liefst 2 planten in de buurt van elkaar op.
In Noord-Europa bloeien ze overigens niet in het eerste jaar, maar eerder in het tweede of derde jaar. Vervolgens dragen ze minimaal 6 jaar vrucht. Overwinteren bij minimaal 10 graden (ook al kan het kortstondig -3 verdragen). De plant wordt flink groot met grote bladeren en doorntjes, hij sterft af en komt in het voorjaar weer terug.

Deze gigantische meloenen kunnen tot 30 kg wegen en zijn een belangrijke voedselbron in het Midden-Oosten. Botanisch is het een watermeloen, maar de vruchten worden als zodanig niet gebruikt omdat het vruchtvlees pectine bevat. Dat geeft wel een ideale toepassing voor aanvulling en verdikking van jam, ook is het vruchtvlees een fijne toevoeging bij Chutneys, Augurken en als plantaardige vervanging van gelatine.
De vruchten zijn na oogsten lang te bewaren op kamertemperatuur. De smaak is prettig zuur als citroen, uiteraard wel eerst koken.
De plant heeft een enorme groeikracht, verwacht gerust ranken tot 10 meter (!) bij een warme zomer kan je een grote oogst verwachten. De zaden zijn groen, in tegenstelling tot de roodzadige ronde “broer” (072200)

Wat een leuke verrassing, om deze citroencourgette te kweken! De naam dankt deze smakelijke courgette aan de kleur en vorm, op een afstand net citroenen... Je zou ook er ook grote druppels in kunnen zien. De smaak (niet onbelangrijk) doet niet mee met de gelijkenis, eerder iets zoet dan zuur en heerlijk fris, je kan ze dun gesneden (en jong geoogst) ook rauw eten! Geniet van weer een afwijkende vorm binnen de courgette-familie!
We horen van kwekers, dat deze variëteit een grote oogst geeft, dat het hun favoriet is en dat deze zeer insectenresistent is.

Deze Amerikaanse, zeer winterharde, bladverliezende en snelgroeiende struik wordt meestal 3-4 m hoog. Na de (heerlijk geurende!) witte bloei groeien goed smakende, zoetzure, knalrode bessen in volle kluwens, dicht tegen het hout van de takken. De bessen kunnen ongezoet van de plant gegeten worden en smaken ook lekker in bijvoorbeeld salades. Zolang het niet vriest kan je blijven oogsten van de plant, zodoende heb je meestal in december nog bessen, welke plant doet ze dat na! De rest is voor de vogels of voor de sier...
Het bijzondere aan de Elaeagnusbes of Olijfwilg is, dat deze stikstof uit de lucht kan opslaan voor slechtere tijden, of als de grond erg arm is...! Geef ze een zonnige tot iets beschaduwde plaats, rijke grond is niet zo geschikt voor deze struiken, het zijn echt pionierplanten die (net als de duindoorn waar ze familie van zijn) zelfs zout en zeer hoge temperatuur goed verdraagt. De bloei draagt bij aan het behoud van de bijenstand: ze zijn er dol op! Plant minimaal 2 struiken voor een goede bestuiving en vruchtzetting.

Engeland is het land van Erwten! Dit historische ras is rond 1846 ontstaan en is nog steeds erg geliefd vanwege de zeer goede smaak, de enorme groeikracht en grote opbrengst! De peulen bevatten 8-10 erwten, de plant kan wel tot 3 m doorklimmen! Dat betekent: op een klein oppervlakte toch veel erwtjes... Geef de planten een zonnige plek in je tuin.
Leuke anekdotes: in The Journal of Horticulture 1876 is dit ras uitgeroepen tot “Best Pea” en het was de favoriet van Charles Darwin.

Hij dreigde te verdwijnen, maar het erwtje Dik Trom is weer helemaal terug. Dat zal je niet verrassen als je ze eenmaal hebt geproefd: De Dik Trom erwt is niet alleen verrassend lekker, maar past ook heel goed in een vegetarisch menu: rijk aan eiwitten, ijzer en vitaminen en ook nog eens cholesterolverlagend.
De dikke ronde erwt (hij doet zijn naam eer aan) groeit bij zijn oorsprong in Friesland en uiteraard ook overal elders in ons land. Deze erwt is iets zoeter dan de meeste andere erwten en geeft een iets zoetere smaak aan een echte erwtensoep.
Onze kweker Piet Hoekstra uit St. Jacobiparochie teelt de ‘Dik Trom’ erwten. Deze heeft (samen met de Kollumer Zoete Grauwe Erwt 095000) het streekmerk “Waddengoud”. Beide soorten waren bijna uitgestorven...!
Dik Trom is een groen Erwtenras, dat geselecteerd werd door Ubbo Mansholt, en in 1962 het daglicht zag. Hij was in de jaren 1962- 1980 erg populair was, net als de boeken, maar is daarna geleidelijk het van het toneel verdween. De teelt van droge erwten maakte vanaf de jaren negentig een vrije val van ruim 35.000 hectare in 1988 naar 600 hectare in 2013. Consumenten kozen voor sneller en gemakkelijker voedsel boven verse droge erwten met lange bereidingstijd. Overigens kan je Dik Trom uiteraard ook gewoon vers doppen. Piet Hoekstra uit Sint Jacobiparochie heeft met slechts een handjevol zaden uit de Genenbank in Wageningen weer een bloeiende teelt van de Dik Trom opgezet.
Leuk filmpje: www.facebook.com

Deze vroeg oogstbare, laagblijvende erwtjes geven een grote oogst aan middengrote erwtenpeultjes. Op zeer vruchtbare grond is een beetje steun (korte snoeitakken) aan te bevelen, op zandgrond blijven de planten compacter, 40-60 cm. Een heerlijk snoep-erwtje, dat soms de oogstmand niet eens haalt (plukken, doppen en snoepen...)
‘Extra Early Pedigree’ is vanaf 1893 geselecteerd (door Kenney Seeds Co.) uit het veel oudere ras ‘Extra Early’ en is sindsdien de leidende selectie uit dit ras. Heel populair in de hobbyteelt, maar wij moeten ze speciaal uit de VS halen...

Kreukzadig. Dit extra zoete, fijne doperwtje zal al snel je favoriet kunnen worden! De oogst is fantastisch en de planten hebben (door de geringe hoogte van 60-90 cm) maar weinig steun nodig, we adviseren een laag stukje gaas of klimnet (808200 of
In Engeland won dit (inmiddels zeldzame ras) in 1899 de prestigieuze Award of Merit van de Royal Horticultural Society. Vanaf 1908 zie je dit ras op zaadlijsten in de VS verschijnen en wij halen het daar nu weer vandaan…

Slanke en lange, tamelijk vroege suikererwtjes, in 65 dagen rijp! De compacte hoogte is 50-75 cm, Snak Hero is dus heel geschikt voor de teelt in bloembakken. Dit ras won in Amerika grote prijzen, vanwege de zeer goede smaak en grote oogst!

De subtiele en elegante, citroengele tot geelgroene peultjes van ‘Opal Creek’ zijn een aantrekkelijke blikvanger in de moestuin. Deze opvallende variëteit is de eerste gele suikererwt die beschikbaar is voor tuinders. De robuuste planten (hoogte 180-200 cm) produceren uitstekende opbrengsten van peulen van 7-8 cm met een zoete, frisse erwtensmaak, die heerlijk rauw gegeten kunnen worden of toegevoegd kunnen worden aan roerbakgerechten. Ook de bladeren en scheuten van deze klimplanten zijn eetbaar en hebben een aangenaam zoete smaak.

Deze grappige, zeer onbekende vrucht groeit aan een vrij compacte boom, die je goed als plant-in-pot kan houden. In de zomer naar buiten en ‘s winters in de kamer. Na enkele jaren groei wil de plant al bloeien met fraaie, bolronde bloeitrossen. De ronde vruchten zijn 5-10 cm in doorsnee en hebben de kuiltjes van een golfballetje. De unieke smaak doet denken aan een appel met de textuur van een peer. De plant of boom groeit in West-Afrika en houdt van veel water. De vruchten worden niet commercieel geteeld, maar wel op lokale markten aangeboden, zeer geliefd bij de bevolking (en veel dieren) waar de plant in het wild groeit.

Een kalebas, die alle lengtewedstrijden wint! Kikinda Competition is de naam van deze kalebas, maar ook een jaarlijks pompoenfestijn in Kikinda, een dorpje in Oost-Servië. De kalebasvruchten zijn lichtgroen, zeer slank en kunnen bij optimale groei een lengte van (ruim) 2 m bereiken. Voor rechte vruchten moet je dus de plant heel hoog (het liefst in de kas) laten groeien. Als de planten langs de grond ranken, dan krijg je een kronkelende slang... Tip als je (ruim) voldoende vruchten hebt: heel jong geoogst eet je de vruchten als courgette en half rijp kan je ze oogsten als Lauki.

Vrij kleine fleskalebas... Een dikbuikige flesvorm, lichtgroen van kleur, aan de dikke buik zit een smal toelopende hals en daarboven een kleiner buikje. Afmeting 15x20 cm

Deze tropische boom wordt aldaar veel gebruikt voor herbebossing, bij ons kan de plant in een pot gekweekt worden: zomers buiten en in de winter naar binnen.
Na de fraaie trosjes, oranje met gele bloemen ontstaan gele, ovaalronde vruchtjes, die zeer aromatisch zijn met een mooie balans tussen zoet en bitter. De bloemen zijn ook eetbaar en worden in de tropen meestal gemengd met rijst om een cake-achtig gerecht te maken dat op Nieuwjaar wordt gegeten als onderdeel van een traditie. De medicinale waarde wordt in de traditionele geneeskunst hoog gewaardeerd.

Een komkommertje uit Kroatië met mooie, crèmekleurige vruchten, ze hebben ongeveer de grootte en vorm van een groot ei! Deze kleine komkommer is mild, (meestal) bittervrij en friszoet van smaak en zorgt voor enorme opbrengsten in kas of vollegrond. Geweldig voor kinderen en iedereen die van heerlijke komkommers houdt.

Dit zeldzame lid van de komkommer introduceren we zonder veel kennis over de teelt. Jullie hulp roep ik in om ermee te experimenteren, het resultaat zal een grote beloning voor je zijn! De klimplanten groeien snel en kunnen in de tropen wel 15 m lang worden. Hoe groot dat binnen ons klimaat zal zijn weten we (nog) niet. Mijn idee is om zowel buiten als in een kas te experimenteren, zaai de planten heel vroeg in het voorjaar en laat de eerste teelt in huis plaatsvinden tot het warm genoeg is. Op een zeker moment zal de plant wit of geel gaan bloeien, vooral veel mannelijke bloemen en hopelijk ook snel vrouwelijke bloemen. Die laatste zijn herkenbaar aan het vruchtbeginsel direct achter de bloem. De langwerpige vruchten die daarna volgen zijn onrijp als courgettes te eten, maar ik zou ze eerst eens helemaal rijp laten worden. Per plant is de verrassing welke kleur de glanzende vruchten gaan worden: donkergeel, oranjerood, kastanjebruin, violet, donkerpaars of (bijna) zwart. Snij de vrucht open, lepel de zaden met omringende pulp eruit en geniet van het heerlijk zoete, gele vruchtvlees! Smaakbelevingen zoals een mix tussen meloen, komkommer, banaan en sinaasappel. ‘’ Het kan zijn dat de vruchtzetting laat in het jaar begint, als de dagen korter worden. Ook kan het zijn, dat de planten pas het volgende jaar gaan vruchtzetten. Ik weet niet hoeveel kou de plant kan hebben, maar voor de zekerheid: snoei de plant geheel terug, bouw een tentje van stokken rondom de plant en wikkel er (voordat de vorst komt) noppenfolie en/of acryldoek omheen. We zijn benieuwd naar jullie bevindingen!

ZELDZAAM IN AANBOD!
Dit fijngebouwde familielid van komkommers en pompoenen groeit in het wild in Zuid-Amerika van Nicaragua tot Peru.
Fraai rond tot ovaalrond, helderoranje minikomkommertje, iets kleiner dan een pingpongballetje. Zo mooi en toch eetbaar, zowel rauw als voor inmaak, maar ook in de roerbakschotel. De frisse, zoete komkommersmaak en heerlijke geur zijn een ware ontdekking in je tuin! De plant en de vruchtjes lijken in uiterlijk opvallen veel op de Passievrucht (Maracuja)

Dit hybride ras geeft mooie, zware kroppen en is optimaal bestand tegen doorschieten (in bloei komen) en kan hierdoor ook met succes in het voorjaar gezaaid worden. Oudere rassen kunnen beter na de langste dag gezaaid worden.
Deze zgn. breedbladige amsoi, die bekend is over de hele wereld en groeit uit met grote groene, ronde bladeren. Jong blad is heerlijk pittig door de sla! Ouder blad wordt in roerbakgerechten gebruikt als “spinazie”. Door de snelle groei en goede koudebestendigheid is deze groente ook voor herfst- en winterteelt geschikt.

MOMENTEEL DE BESTE ENGELSE SELECTIE VAN ONZE RODE SPRUITJES!
Rode Spruitjes zijn in de jaren 1950 op de markt gekomen, ontwikkeld door de oprichter van ons bedrijf: C.N. (Kees) Vreeken. Hij deed er ongeveer 20 jaar over om deze bijzondere kleur in de bekende groene spruitjes erin te kruisen. Toen een grappige en zeker bijzondere doorbraak, die veel opzien baarde, maar geen marktleidend product werd. “Wat de boer niet kent....” Inmiddels is dit oude ras ‘Rubine’ wel jarenlang in Engeland populair gebleven en (hoera!) er komen moderne selecties beschikbaar voor tuinders en hobbyisten.
‘Ruby Crunch’F1 is vooralsnog de best presterende kruising/selectie die we kennen: grote opbrengst, mooie en vaste spruitjes, goed kleurvast na de kook! Rode Spruitjes hebben een fijn aroma en een toegankelijke smaak, veel eerder door kinderen geaccepteerd…

Dit mooie, historische ras is gered door de Zwitserse zadenclub ProSpecieRara. De vrij compacte planten geven vrij vroeg gemiddeld 2 kolven met goudgele maiszaden. Prachtig voor de sier, maar vooral te gebruiken om te malen en vervolgens mee te bakken. Heel populair is het maken van het Italiaanse gerecht Polenta, Mergoscia is waarschijnlijk het beste ras om een fijne Polenta te maken.

Uit de prachtige Indianenmais Glass Gem (zie 195060) isoleerde een van onze kwekers deze prachtige lichtroze met witte variëteit, ze glanzen als parels! Nu is dit ras nog zeer exclusief, we hopen in de komende jaren grotere hoeveelheden aan te kunnen bieden.

Dit bijzondere, historische, Italiaanse ras is door jarenlange selectie op zuiverheid getest en wordt sindsdien door onze biologische kweker in Italië vermeerderd. De meloen is uniek in zijn soort, de groene en vrij ronde vruchten wegen 1-2 kg, je oogst ze als de eerst geel-oranje verkleuring naast het groen ontstaat, niet eerder en niet later, rijp is rijp. De beloning is een mals, sappig, heerlijk en intens aroma van het wittige vruchtvlees. Duidelijke hints naar de zoetheid en smaak van bananen.
Deze meloen leek uitgestorven, maar werd gelukkig in 2003 door een kweker teruggevonden, in de eerste helft van de 20e eeuw (en ervoor) werd deze vrucht vooral in Noord-Italië geteeld.

Deze zeldzame Iraakse meloen, is al meer dan 1000 jaar in cultuur rond Samara aan de Eufraat! De vruchten zijn langwerpig en hebben aan de buitenzijde een fijn netwerk, aan de binnenzijde zit de grote verrassing: een smaakbeleving die je van meloenen nog niet kent... het lichtgroene vruchtvlees smaakt zoet met een opmerkelijk citrusaroma, een subtiel zuurtje. Erg lekker en fris!

Historische, redelijk vroege, Franse variëteit met prachtig dikke, netvormige tekening. Deze meloen is makkelijk te kweken, het liefst onder glas of in de kas, maar bij goede zomers is de buitenteelt kansrijk. Het stevige, oranjerode vruchtvlees is heerlijk zoet en aromatisch.

Een ideale Okra voor de teelt in potten, de planten worden ongeveer 75-100 cm hoog! De malse, smakelijke vruchten worden 7-9 cm lang, je kan een grote en vroege oogst verwachten. Bij milde, minder warme zomers is het helpend om de plant in de kas te kweken of de plant met koudere dagen even binnen zetten. Okra is een koukleum en kan flinke hitte goed aan.

Dit is echt een sierlijke verrijking van je tuin, Dreamcatcher peperplanten worden geprezen om hun prachtige uiterlijk en delicate pittigheid. Deze pepers produceren kortere peulen met een sierlijke, slanke vorm, die een mix van levendige kleuren laten zien, variërend van geeloranje, paars tot rood wanneer ze volledig rijp zijn. De blaadjes zijn groen, paars en wit, de stengels donkerpaars, hoe zonniger de planten staan, hoe dieper de kleur! Met een geschatte Scoville Heat Unit (SHU)-classificatie van 30.000, bieden ze een medium hitte die gerechten verbetert zonder het gehemelte te overweldigen.
Afgezien van hun opvallende uiterlijk, hebben Dreamcatcher pepers een genuanceerd smaakprofiel met fruitige ondertonen en een vleugje zoetheid, waardoor ze veelzijdig zijn voor salsa's, roerbakgerechten en garnering. De planten zullen zowel in je tuin als ook in potten goed gedijen en hebben wen hoge sierwaarde!

Dit is echt een sierlijke verrijking van je tuin, Dreamcatcher peperplanten worden geprezen om hun prachtige uiterlijk en delicate pittigheid. Deze pepers produceren kortere peulen met een sierlijke, slanke vorm, die een mix van levendige kleuren laten zien, variërend van wit, geeloranje tot rood wanneer ze volledig rijp zijn. De blaadjes zijn groen en wit, hoe zonniger de planten staan, hoe meer bontheid in de blaadjes! Met een geschatte Scoville Heat Unit (SHU)-classificatie van 30.000, bieden ze een medium hitte die gerechten verbetert zonder het gehemelte te overweldigen.
Afgezien van hun opvallende uiterlijk, hebben Dreamcatcher pepers een genuanceerd smaakprofiel met fruitige ondertonen en een vleugje zoetheid, waardoor ze veelzijdig zijn voor salsa's, roerbakgerechten en garnering. De planten zullen zowel in je tuin als ook in potten goed gedijen en hebben wen hoge sierwaarde!

Hier is hij dan, de dikke, vette ‘Gator Jigsaw’ peper. Deze gemene mosterd- tot olijfkleurige vruchten zijn enorm, wij kunnen niet geloven hoe groot ze zijn, maar ook hoe “knorrig” ze zijn. Deze topper wordt beschouwd als superheet en produceert ook een groot aantal vruchten!
Even een duik in de aantrekkingskracht van deze bijzondere peper, die zo gewaardeerd wordt om zijn onderscheidende uiterlijk: eerst bol met ruw oppervlakte en uitlopend in een dunner puntje. Met een geschatte Scoville Heat Unit (SHU)-classificatie van 1.500.000 leveren ze een formidabele hitte die het gehemelte bij elke hap in vuur en vlam zet. Opgelet dus!
Naast deze intrigerende vorm en enorme hitte bieden Gator Jigsaw pepers een robuust smaakprofiel met fruitige ondertonen en een rokerig randje, perfect om diepte toe te voegen aan hete sauzen, chiligerechten en pittige marinades.

De Aji Guyana peper komt uit het kleine Zuid-Amerikaanse land Guyana en staat bekend om zijn gemiddelde hitte en heerlijke citrusvruchtensmaak. Deze pepers zijn doorgaans 12-18 cm lang en 2 cm breed en rijpen van groen naar geel. De planten zijn uitzonderlijk productief en behoren tot de sneller groeiende grote baccatum-variëteiten. Ideaal om te roosteren, voor verse salsa, salades en gedroogde kruidenpoeders. De planten kunnen meer dan 120 cm hoog worden en moeten wel een steuntje vanwege de overvloed aan pepers die ze produceren.

Dit is een unieke hybride kruising tussen de extreem hete Brown Bhutlah en de zeer smakelijke Euforia peper. ‘Gasoline’ laat het beste van beide variëteiten zien. De vruchten die het resultaat zijn van deze kruising zijn tamelijk groot, gedeukt en gebobbeld met langwerpige staarten. De hitte van deze pepers plaatst ze stevig in de superhete klasse, waardoor ze een traktatie zijn voor degenen die hunkeren naar extreme pittigheid. De Brown Bhutlah, één van de ouderpepers, heeft al een reputatie als één van de heetste pepers ter wereld. De planten kunnen wat groter zijn dan je gewend bent van een Capsicum chinense, geef ze een steuntje, de beloning is de meeste jaren een meesterlijk grote oogst!

Deze kruising van onze kweker tussen een Italiaan en Spanjaard, levert een heerlijke, grote, middenhete peper op. De vruchten hebben veel vruchtvlees, de smaak is zeer toegankelijk, wat wil je nog meer bij een kruising tussen ‘Goccia d’Oro’ en ‘Padron’....?

Deze peper behoort tot de meest hete ter wereld. De kruising is afkomstig uit Florida en de prachtige, rode vruchtjes zijn alleen voor de meest ervaren peper-eter te beleven. Naast de extreme hitte komen fijne, kruidige aroma’s vrij.

ECO GETEELDE ZADEN!
Dit is een snelgroeiende pompoen, in Nederland gekweekt, die tussen de 20 en 30 cm in doorsnee wordt en 2-4 kg weegt. De huidkleur is oranjegeel met groene strepen, vlekken en stippen. (Als een landkaart verdeeld over de vrucht). Dit soort is middenlang houdbaar (3-4 maanden). Een bijzonderheid zijn de eetbare, zachte zaden (zgn. ‘blote’ zaden, waar het soort de naam (Lady) Godiva aan dankt), die bijvoorbeeld geroosterd of in brood meegebakken kunnen worden gegeten. Heel gezond! In Oostenrijk wordt deze soort gebruikt om een heerlijke olie uit te persen (Ölkürbis). Tenslotte is het vruchtvlees prima voor de soep, over veelzijdigheid gesproken…

Dit historische ras komt van oorsprong uit Noord-Oost Iran (Torbat-e Heydarieh) en is door oplettende biologen bewaard gebleven. Deze vond onze kweker in de zaadbank USDA en blijkt er al sinds 1940 te liggen...
Het kweken is de moeite waard! De planten geven 1-2 vruchten van 10-15 kg, die aan de buitenkant in zalmoranje met zilvergroene strepen pronkt. De vruchten zijn zeer lange te bewaren en nemen de eerste bewaarmaanden toe in smaak. Het oranjegele vruchtvlees is ruim inzetbaar en prima van smaak, een fijne pompoen voor de soep!

Deze pompoen is een eeuwenoude variëteit die van oudsher in Mantua (Noord Italië) wordt verbouwd en heeft een tulbandvorm die uit twee lagen bestaat. De vruchten wegen 2-4 kg met stevig en aromatisch vruchtvlees, niet erg dradig en daarom perfect voor vullingen, risotto's en gnocchi. De planten groeien krachtige met lange ranken. De vruchten worden geoogst als ten minste 50% van de steel verhout is. Ze zijn ook nog eens 10 maanden houdbaar!

Een mooi, kleine oranjegeel, Frans pompoentje, dat je kan vergelijken met zijn bekende Zuid-Afrikaanse neef, het Rondini-type (215220). Dit minipompoentje heeft veel mogelijkheden: lang te bewaren, dus ideaal voor de sier, maar ook fris van smaak dus goed eetbaar en ideaal om in zijn geheel te koken! De bolronde vruchten zijn ongeveer 10 cm doorsnee. Als je ze onrijp oogst zou je ze tot de ronde, klimmende courgettes kunnen rekenen. Dit probleemloze pompoentje handhaaft zich zelfs op de armste grond, hoewel rijke grond een grotere plant met veel meer oogst oplevert.

Wees met ons verbaasd als je in augustus-september je tuin inloopt en deze bezaaid vindt met vreemd gevormde pompoenen die lijken op grote brokken verharde lava. Grijszwart, buitenaards en toch angstaanjagend mooi: deze unieke historische groente uit Japan, de ‘Yokohama’-pompoen, is een visuele verkenning van de Japanse genegenheid voor sereniteit door vorm en textuur.
Dr. W.W.Weaver schreef: de ‘Yokohama’ bezit een van de meest complexe smaken die ik ben tegengekomen in elke pompoen die ik heb gekweekt. De smaakpapillen van iedereen zijn anders, maar ik bespeur hints van Nashi peer, mango, avocado, citroenmelisse en als je ervaring hebt met tropisch fruit, het onmiskenbare aroma van de kakivrucht. Kan dit een pompoen zijn? Het ras is verder een grote zegen voor tuinders omdat het zeer goed bestand is tegen boorders en echte meeldauw.

Deze geweldig fraaie Aziatische pompoen zal je verbazen om zijn schoonheid en smaak! De diepribde vruchten hebben een onregelmatige vorm, mosterdkleurig tot lichtbruin met een wasachtig laagje bij rijping. De vruchten zijn handzaam van formaat en bevatten zeer smakelijk vruchtvlees: zacht, aromatisch en een tikje zoet. Goed te bewaren!

Een sierlijke en smakelijke, Aziatische raapsteel. Albert Heijn heeft ze populair gemaakt, deze prachtige, rozetvormige koolsoort. De meest bekende Tah Tsai heeft lepelvormig blad in diep glanzend groene kleur, maar deze ‘Scarlet Red’ is dieprood van kleur! Welkom als afwisseling op je bord, de kleur blijft na wokken of koken goed behouden. Deze Tah Tsai (of Tat Soi) is heerlijk pittig als rauwkost en prachtig als microgroente.

De naam verraadt als iets van dit fraaie radijsje: langwerpig van vorm (2x zo lang als de doorsnee) en zuiver roze van kleur. Een beetje standaard (maar wel raak!) om het een "damesslof" te noemen… Het knolvlees is helder wit. Dit aparte radijsje groeit evenals de ronde soorten gemakkelijk, in de zomer graag wat mulch, tot diep in de herfst blijft de knapperigheid behouden.

Dit is een meeldauwresistente tuindersselectie van dit zeer oude (uit België afkomstige) ras. Tijdens natte zomers ben je blij dat je dit ras gekozen hebt... Witvlezige, gladde dikke wortels met een zwartbruine schil. Vanwege de lange wortels moet de grond diep worden losgemaakt. Het schoonmaken kan het beste met tuinhandschoenen, ze geven zwart af en werden daarom vroeger “keukenmeidenverdriet” genoemd.
De smaak vergoedt alles ruimschoots: heerlijk zacht en asperge-achtig.

Deze groene stengel- of bleekselderij heeft unieke eigenschappen: kort en compact, dus ideaal voor de teelt op een kleine plek, zelfs in potten! Verder is de smaak opvallend vol aroma en de stengel is absoluut niet dradig. Het blad is heerlijk in de soep en kan ook voorlopig ingevroren worden.

Deze tropische boom is bij ons als potplant te kweken en staat in de zomer graag buiten. Het stevige, ficus-achtige blad vormt de basis van waaruit de heerlijk geurende, witte bloemetjes ontstaan. Deze houden zo lang hun geur dat ze ook in de parfumindustrie gebruikt worden of gedroogd in geurkussentjes... De vruchtjes, die wat lijken op rozenbottels, zijn rauw of verwerkt eetbaar: zoet en zetmeelrijk met een zacht mondgevoel. Je kan het vergelijken met dadels. De zaden worden geperst tot een zeer rijke olie, de etherische olie uit de bast is zeer geliefd in de parfumerie... Tenslotte worden alle plantendelen gebruikt in de traditionele geneeskunst, raadpleeg hiervoor boeken of internet.

Het koren van de toekomst! Lees de hierna volgende beschrijving maar eens… In Afrika is dit gewas al vanaf 3000 v. Chr. (dus al 5000 jaar!) in cultuur, vanaf de 17e eeuw in Amerika bekend (meegenomen door zwarte slaven) en inmiddels het 5e gewas in de wereld! Een opsomming van de vele eigenschappen en toepassingen: het graan is glutenvrij(!), ontgiftigend (anti-oxidant), je kan het graan bakken, poppen, fermenteren tot mout (werkt dan als probiotica), gebruik als grutten of couscous en verwerken tot melasse of suikerstroop. Verder wordt in Afrika het graan voor bierproductie en het stro voor huizenbouw en verpakking (karton) gebruikt. Overtuigd?
Ba-Ye-Qi komt van oorsprong uit Mongolië en is zeer vroeg oogstbaar, blijft vrij compact (ongeveer 1-1,5 m hoog) Dit polvormende, eenjarige grassoort wordt ongeveer 2-3 m hoog en wortelt diep, zeer goed voor de grondstructuur.

Dit flink uitgroeiende pingpong-tomaatje geeft heerlijke, gele vruchtjes met een milde, prettig zoete smaak. De vruchtjes wegen gemiddeld 25-40 gram, de planten kunnen in de kas gemakkelijk 3 m hoog worden. De bestendigheid tegen Phytophthora in de buitenteelt zijn opvallend goed, we horen graag jullie bevindingen! Elke tros bevat ongeveer 10 vruchtjes, de oogst is vroeg en overvloedig.
De Duitse Dr. Bernd Horneburg ontwikkelde dit ras in samenwerking met onze kweker, in een project om Phytophthora-resistente tomaten te kweken.

EEN ECHTE TOPPER!
Dit tomaatje is op veel fronten onze favoriet! De klimmende planten geven een overvloed van lichtoranje kleine vruchten die gemiddeld 20 gram wegen. De smaak is raak: heerlijk zoet en sappig, echte snoeptomaatjes! Niet voor niets wordt Goldmarie geteeld door biologische kwekers, dit tomaatje is zeer bestand tegen ziekten waaronder de beruchte Phytophthora infestans…

Een heel toegankelijk tomaatje, door de goede smaak en de compacte groei! De warmgele, ronde snoeptomaatjes zijn ongeveer 1 cm in doorsnee, groeien aan langwerpige trosjes en zijn heerlijk zoet! De planten groeien in potten of in de tuin en worden ongeveer 1 m hoog.

Dit “wilde” tomaatje heeft alles in zich om te slagen bij alle weersomstandigheden: ziektebestendig (Phytophthora), grote oogst, flinke groei en heel lekker! De planten worden 2 m hoog en groeien het liefst aan meerdere hoofdstengels. De kleinem dieprode vruchtjes zijn ongeveer 2 cm in doorsnee en wege gemiddeld 4-5 g.

Een heerlijk project, waarbij onze kweker 4 van de lekkerste pruimtomaatrassen-met-streepjes gekruist heeft. Wat kun je verwachten: ongeveer 50 g, ovaal, sappig en zoet, aan stevig groeiende, productieve (laag blijvende) stamtomaten. De planten dragen veel en lang. Kweek ze gerust op met twee tot vier stammen, dan heb je nog meer oogst, dieven is eigenlijk niet nodig. Verwacht veel vrolijke kleuren: van rood via oranje tot zachtgeel, met contrasterende streepjes. Ook groene tinten en anthocyaan (donkerblauw) zijn vaak van de partij. Uit deze heerlijke kruisingsmix kun je zelf je favoriete planten selecteren, jaar na jaar, en zo leuke eigen rassen creëren.

Een historisch ras van zaadhuis Burpee. De naam liegt niet: dit is een heerlijke vleestomaat met groot formaat! 500-1000 gram per vrucht is de standaard, als je een beetje je best doet... De vruchten zijn tamelijk bestand tegen openscheuren, wat vaak gebeurt bij grote weerswisselingen.

Meer info volgt…

De actieve rassenveredelaar Reinhard Kraft heeft het ras Toma Verde verder ontwikkeld en verbeterd tot grotere planten met een grotere oogst. Ziehier de ‘Lady Ayreen’... De beschrijving van Toma Verde 297000 vind je hieronder:
Een kenner en liefhebber schrijft op internet:
Toma Verde is onze favoriete Tomatillo-variëteit vanwege zijn vroege rijping en uitzonderlijke zoetheid: hij smaakt als een kruising tussen een citroen, een ananas en een tomaat. Deze betrouwbare, productieve variëteit produceert ook grotere vruchten dan veel andere, tot 5 cm in diameter. Onder zijn papierachtige schil is Toma Verde diep, heldergroen. Naarmate het rijpt, verbleekt de groene kleur tot een minder intense, enigszins zachtgroene kleur met een bijna gouden blos. Om Toma Verde's enthousiaste, ranke, bijna klimmende groei te helpen beheersen, omringt u elke plant met een rolletje gaas of je stut de planten met veel stokken. Ze ontwikkelen zich tot bossige, brede planten die wel 1 meter breed zijn. We houden van Toma Verde in onze Geroosterde Tomatillo Salsa Verde (je vriest dat in voor gebruik de hele winter in fajitas en quesidillas du jour). We grillen ze ook graag in vieren gedeeld en ingesmeerd met extra vergine olijfolie op spiesjes als bijgerecht bij gegrilde steak of kip. (Verwijder de schil pas als je klaar bent om de vrucht te gebruiken. Wees niet verbaasd dat als de schil eenmaal is verwijderd, de vrucht plakkerig kan zijn en in koud water moet worden afgespoeld.)
Voor vruchtzetting zijn tenminste 2 planten nodig!

Dit is een hele lekkere en grote Tomatillo! Je houdt er net 3 in 1 hand... De groene vruchten rijpen naar geel en zijn dan zoet en vol aroma!

Deze unieke Tomatillo komt uit het Mexicaanse stadje Malinalco, ongeveer 100 km ten zuidwesten van Mexico-Stad. Langwerpige, taps toelopende vruchten rijpen tot felgeel en zijn veel zoeter dan de meeste Tomatillo's met een smaak ergens tussen een Tomatillo en de zoetere, meer tropische tonen van een kers. Eet ze lekker uit de hand, maar ook uitstekend gegrild en in blokjes gesneden of gepureerd voor een fruitigere versie van salsa verde.

ECO GETEELDE ZADEN! Vroeg geoogst is dit een fris en iets pittig smakend, rood sla-uitje. Dit van oorsprong mediterrane ras gedijt hier goed! Laat ze al uitdunnend uitgroeien tot lange, purperrode uien, ook wel sjalot-uien genoemd: het traditionele uiensoort uit Florence, pittig en toch tamelijk zoet!

In Tsjechië wordt deze knoflook enorm gewaardeerd en ik vermoed dat deze in onze omgeving ook zeer populair gaat worden! De werkelijke oorsprong is waarschijnlijk Nepal, maar dit ras is duidelijk in Tsjechië neergestreken... Opvallend zijn de grote ziektebestendigheid en de grote opbrengst in combinatie met een stevige maar toch zeer toegankelijke smaak. We telden 8-13 tenen per bol. De buitenste rokken zijn grijswit met duidelijke paarse vlekken. Vanwege de echte oorsprong rangschikken we dit ras voorlopig bij het Asiatic-type.

Korean Red is een Aziatische knoflook met een robuuste smaak en (zoals de naam zegt) een roodgestreepte buitenkant. In Korea heet dit ras ‘Hongdangmu’ en is van het Artichoke type (subspecie Asiatic) hoewel er ook argumenten zijn om het Aziatische type onder de “Hardnecks” in te delen. Dit zeer geliefde ras groeit uit tot een korte stevige plant met grote bollen. Elke bol bestaat uit 5-7 teentjes. Oogst de bollen zodra de plant enige bruinverkleuring vertoont.

Dit tamelijk onbekende ras heeft een mooie knoflooksmaak, niet te heet. Kroke is afkomstig uit het zuiden van Rusland in de buurt van de Zwarte Zee. Reken op een gemiddeld aantal van 4-6 teentjes per bol.

Deze Creole dieppaarse knoflook heeft een fijne smaak, is tamelijk heet en goed te bewaren. Deze knoflook is waarschijnlijk vanuit Spanje naar Marokko gekomen, wat op elk moment in de laatste tweeduizend jaar kan zijn gebeurd, aangezien de Omajjaden de Visigoten in de 1e eeuw na Christus al versloegen. Het ras is in 2009 verzameld op een openluchtmarkt in de badplaats Essaouira, Marokko. Vervolgens kwam ‘Moroccan’ terecht in de Amyo Farms (New Mexico) waar deze opviel door de grote oogst en toegankelijke smaak! Reken gerust op 9-12 teentjes per bol.

Therador is een vrij grote, witte knoflook. Dit is een moderne verbetering van het oude ras ‘Blanc de la Drôme’. Groeit zeer gezond met een zeer goede opbrengst. Door de milde smaak heeft dit ras een brede toepassing, zowel voor bakken en koken, maar ook rauw gebruik in salades. Dit ras geeft 10-15% meer opbrengst, maar/en de smaak is milder.

Deze smakelijke knoflook is waarschijnlijk via de VS (Richard Hannan) uit Oezbekistan bij ons terecht gekomen. De puper gevlamde schil herbergt de teentjes die aromatisch, licht pittig en aards van smaak zijn. Na een vruchtbaar jaar worden de tenen vrij groot, je kan een goede en vroege oogst verwachten!

Van oorsprong komt deze hardneck-knoflook uit de Scandinavische genenbank NordGen. Het is een flinke grote knoflook met veel teentjes per bol (10-12) en een zeer grote opbrengst. De smaak is intens, tamelijk heet en toegankelijk genoeg voor elke knoflookliefhebber.

Er komen veel smakelijke rassen uit streken van de vroegere USSR, dit ras kochten we onder de naam ‘Moskow’, volgens de gegevens een Glazed Purple Stripe type, maar wij hebben een zeer sterk vermoeden dat het hier om de bekende ‘Bogatyr’ gaat. Dit is een Marbled Purple Stripe type... Voor ons viel de zeer goede oogst en bewaarbaarheid op. De smaak is erg prettig: flink vurig, maar snel veranderend in een prettige en milde nasmaak. Normaal is een oogst van bollen met 7-10 teentjes. Vanwege de beperkte medicijnvoorziening wordt dit ras rond Moskou de : Russische Penicilline” genoemd!

Over dit ras is niet veel te vinden, het is goed mogelijk dat er een verschrijving in de naam heeft plaatsgevonden... Dauvage heeft een mooie volle smaak. De tenen zijn makkelijk te pellen, een kenmerk waaraan je het Rocambole-type herkent! De mooie bloeiwijze die lijkt op Slangenlook is ook zo’n kenmerk. We telden gemiddeld 6 teentjes per bol, de opbrengst neemt toe naarmate de zomer zonniger en warmer is, laat de plant goed afrijpen en de bollen nadrogen om deze te kunnen bewaren.

Deze knoflook is afkomstig uit Tsjechië en vormt vrij grote planten. Het is een hardneck met mooie grote bollen en tenen, die gemakkelijk los laten. De smaak is aangenaam scherp, met een goede bewaarbaarheid. We telden gemiddeld 10 tenen per bol en de oogst is erg groot!
Misschien komt dit ras van oorsprong wel uit Kazachstan, omdat de stad Taraz vroeger Dzjamboel heette...

Deze Hardneck Knoflook is een van de vele nieuwe rassen, die ontwikkeld is door de WRPIS (Western Regional Plant Introduction Station). De gemiddelde opbrengst wordt ruim gecompenseerd door de diepe, paarse kleur in combinatie met een voortreffelijke smaak.

Een van de nieuwere Porcelain-types in ons sortiment. Oorspronkelijk komt Floha uit het voormalige Oost-Duitsland. Deze was keurig bewaard door de genenbank IPG Gatersleben Duitsland onjder nummer ALL264. Je kan een middelgrote bol verwachten met gemiddeld 6 tenen per bol. De opbrengst neemt toe bij warme en zonnige zomers. In de keuken is dit een breed toepasbare knoflook: niet te pittig maar met een lange nasmaak…

Een echt Purple Stripe, via Zweden en Veenhuizen kwam deze in ons bezit. De verdere oorsprong konden we niet achterhalen. De smaak van dit type is het meest intens van de hele knoflookfamilie en staak ook het dichtst bij de wilde knoflook: stevig, veel aroma en een flinke branding. Verwacht gemiddeld 10 teentjes per bol en een zeer grote opbrengst!

Deze knoflook is ontwikkeld door knoflookexpert Kees Huijbregts (Eemlook). Wij hebben jaren met hem samengewerkt... Hij heeft geëxperimenteerd met het kruisen van knoflookrassen. Toen Lambert Sijens (van de Tuinen van Weldadigheid) in 2018 de knoflookcollectie van Kees overnam zaten daar 5 kruisingen bij. Van die experimenten is de beste overgebleven. Het is een middelgrote beige-witte hardneck knoflook met bruine tenen. Als eerbetoon heeft Lambert deze de naam ‘Kees’ gegeven. Inmiddels zijn beide mannen op eigen kracht met hun mooie kweekwerk bezig, we zijn met veel genoegen samen opgetrokken. Ons viel al op, dat de knoflook een behoorlijk grote oogst gaf, zelfs in het moeilijke teeltjaar 2024!

Een knoflook uit de subgroep Porcelain. Het ras is afkomstig uit Krasnodar gelegen in het zuiden van Rusland in de buurt van de Zwarte Zee. De vrij grote tenen hebben een mooie knoflooksmaak, niet te heet, een zegen in de keuken! De middengrote oogst (beter naarmate de zomer warmer is) wordt door de smaak ruim goed gemaakt!

Dit is een knoflook met zeer stevige smaak en flinke nabranding! De naam verraadt, dat Nederlanders in de VS deze hebben geteeld, zeker weten doen we dit niet. Verwacht bollen met 4-5 tenen en een normale oogst.

Een mooie combinatie: vroeg oogstbaar en toch een intensieve smaak! De schil en tenen zijn wit met enkele purperen vlammetjes. Omdat je vroeg oogst (mei-juni) kan je ze niet de hele winter bewaren, dit is dus echt een “meteen smullen”-variëteit. De oogst van dit recente ras is opvallend goed.

Deze knoflook zou afkomstig zijn uit de privé collectie van een kweker uit Colorado (Rocky Ford) en wordt daar al tientallen jaren gekweekt en zeer gewaardeerd in de keuken. We troffen dit ras ook aan in Argentinië. Volgens liefhebbers is de smaak zeer goed met een tintje zoet. De opbrengst is beter naarmate de zomer warmer en droger is, er zitten 7-10 teentjes per bol.

Deze geliefde knoflook produceert vrij grote bollen met een paars gestreepte schil, de teentjes laten gemakkelijk los. Een van de beste overwinteraars, dit ras wordt tot in Lapland gekweekt en kan dus zeer goed tegen kou. De smaak is stevig, maar niet te heet met een fijne, vrij lichte nasmaak, een muskus-achtig aroma is herkenbaar.

Deze knoflook komt uit de omgeving Oekraïne, Moldavië, en Wit-Rusland, de smaak is zeer stevig, maar dooft snel (geen “nabranding”). Je kan 10 tenen per bol verwachten en een tamelijk grote oogst. De bollen zijn lang te bewaren.

Slovenian is een spiraalknoflook (zg. “Hardneck”) die in de jaren '80 is gevonden in Slovenië. Het is een tamelijk productief ras (bij een zonnige zomer) dat per bol ongeveer 7 grote en gemakkelijk te pellen tenen vormt. Slovenian heeft een rijke smaak, een beetje rokerig, aards, tintje muskaat en met een niet te grote hitte.

Deze knoflook schijnt uit Tsjechië te komen, wellicht ergens op een markt aldaar gekocht. Opvallend is de grote oogst en de smaak is voortreffelijk met een stevige pittigheid.

ZEER GROTE PLANTMAAT, DUS SNEL OOGSTBAAR (EN LEKKER VOORDELIG!)
Een goede selectie, die veel in de Hoekse Waard geteeld wordt. Het is een goed te bewaren, goudgele, iets hoogronde ui. Plant ze als de ergste kou voorbij is, uien houden niet van koude, natte voeten en groeien graag gelijkmatig door.

Een echte beauty uit de tropen, dus voor ons een plant, die alleen in de zomer naar buiten kan. In Azië wordt het een flinke boom, wij kunnen ze prima klein houden door snoeien en door de beperking van de potgrootte. Bovenin de plant ontstaat de verrukkelijke bloei in flinke trossen met lilaroze bloemen, het bloemblad is bij de aanhechting heel smal, wat de bloemen een opmerkelijk ranke uitstraling geeft. In Vietnam wordt het jonge blad als groente gegeten, de bloemen dienen als sierlijke en eetbare garnering van gerechten. Het oudere blad, de vruchten en de wortels worden in de traditionele geneeskunst gebruikt.
In de winter kunnen de planten in de kamer of op een koelere, vorstvrije plaats. Na de winter snoeien en laten wennen aan de buitenomstandigheden vanaf eind mei.

Een flinke watermeloen, die wel 5-9 kg zwaar kan worden! De lichtgroene, matte schil is zeer bestand tegen zoninstraling en hoewel elke vrucht zich volpompt met water is de plant ook zeer droogteresistent, dus je kan bij tijd en wijle gerust met vakantie gaan... Het zoete, oranjegele vruchtvlees is erg geliefd en de vruchten kan je lang bewaren. Een fijne watermeloen om in de kas te kweken.

Suikerzoet en wit als sneeuw! De textuur en bijzonder goede smaak hebben van Silver Yamato meteen een favoriet gemaakt in ons sortiment. Dit mooie, historische ras komt in al zijn zilverwitte schoonheid uit de provincie Nara een streek rondom de oude stad Nara middenin het hoofdeiland Honshu, Japan. De smaak daagt een beschrijving uit: testproevers hebben een vleugje citrus, tonen van zoete Aziatische Nashi-peer en een algehele romige bite opgemerkt, wat een smaakervaring oplevert die je niet mag missen! Dit is een vroegrijpe watermeloen, ideaal voor verschillende teeltklimaten. De vrucht van 3-5 kg is perfect een heerlijk desert na een (stevige) maaltijd. Vergeet niet dat historische rassen gemakkelijker barsten dan moderne rassen, die op langdurig transport worden veredeld. Japanners gaan trouwens sowieso veel voorzichtige om met transport van vruchten en groenten. (vrij vertaald en aangevuld naar rareseeds.com)

Een heerlijke, gele wortel met heerlijke, sappige smaak met een zachte textuur. Uitgegroeide wortels zijn ongeveer 15 cm lang en tamelijk breed, daardoor ook goed geschikt voor zware grond. Jong geoogste wortels zijn extra lekker als rauw snoepje!

De Azteken gebruikten deze lekkere vruchten vroeger als voedingsbron. Maar ook de grove bast, blad en de pit van de vrucht werden gebruikt. Hierin zit namelijk de glucoside, genoemd: casimirosine wat in grote doseringen als een kalmeringsmiddel werkt, niet zomaar experimenteren...
Men beweert dat het trekken van thee van het blad binnen een uur de slaap doet intreden!
Zelfs vrij jonge planten dragen ook in ons klimaat goed vruchten. De vruchten zijn groen van kleur en ongeveer 10/12 cm in doorsnee. De schil smaakt bitter (niet eten dus), maar het vruchtvlees is zacht en gelig wit en smaakt fris naar banaan en perzik, is zoet en rijk aan vitamine A-C.
De bloei begint in de vroege zomer en vaak ook nog een tweede bloei in de herfst. Na de zomerbloei ontstaan de vruchten, deze zijn rijp als ze zacht beginnen te worden en de groene schil bruine vlekken begint te krijgen. Heb je een grote oogst? De vruchten kunnen ook ingevroren worden, er is geen smaak verschil vergeleken met een verse vrucht. Na de vruchtzetting en de oogst in de nazomer kan de boom teruggesnoeid worden om zijn vorm te behouden.
Je kan de plant in de vollegrond kweken en bij vorst heel goed inpakken, maar meestal worden ze bij ons gekweekt in een grote pot, net als citrusvruchten. Vraag onze tips voor het overwinteren van kuipplanten.

Prachtige, flinke plant (80 cm) met flinke grijsgroene bladeren. De bijna bolvormige bloemtrossen zijn licht lilaroze en groeien uit tot langwerpige, parkietvormige (dus grappige) vruchtjes. Als de vruchtjes rijp zijn komen de donkerbruine zaden aan pluizige parachuutjes tevoorschijn.
Veel delen van de planten zijn eetbaar: de bloemknoppen kan je rauw of gekookt eten en smaken naar erwtjes, heerlijk in de soep. Jonge scheuten en bladeren worden gekookt gegeten en doen aan asperges denken, “Indianen”-stammen aten deze rauw. Jonge vruchtjes zijn zeer smakelijk en kunnen ook rauw of gekookt gegeten worden. De bloemen worden gekookt tot een zoete siroop, ze kunnen ook rauw gegeten worden, de zaden trouwens ook. Het plantensap is de basis voor een plantaardige kauwgom.
Het plantensap en de wortels worden gebruikt in natuurlijke geneeskunst...
Vergeet ook niet de vele insecten (bijen, vlinders etc) die dol zijn op de bloemen! Wat een topplant!

De fraaie, speels ingesneden bladvorm garneert prachtig! De smaak van dit Aziatische type is zeer aromatisch met een tikje anijs, kaneel, zoethout, munt en zelfs wat citroen.
Het verschil met onze ‘Green Ruffles’ is de compactere groei en gladder (minder bobbelig) blad.