Aronskelkfamilie

Deze geweldige oerwoudplant uit de Filippijnen wordt gewaardeerd vanwege de enorme en zeer sierlijke bladeren! Een beetje zon is prima, wel veel vocht en zo mogelijk regelmatig sproeien. De witte, aronskelkachtige bloemen zijn fraai, hoewel minder uniek dan de bladeren en worden (na bestuiving) gevolgd door vruchten met oranjerode bessen. De hele plant kan in goede zomers bij ons wel 3 meter in hoogte en omvang bereiken, de prachtige nerven en de rechtop groeiende vormen vallen erg op bij dit soort. (Meestal staan de bladeren van deze familie in een hoek ten opzichte van de stengel.) De plant is niet vorstbestendig, de knollen moeten dus koel en vorstvrij overwinteren.
Zoals veel soorten van deze plantenfamilie zijn zowel de knollen als de stengel, na koken (!) eetbaar. Het jonge blad wordt gebruikt om (rijst)gerechten in te verpakken.

Eerst verschijnt de wonderschone helderwitte bloemschede met grote, goudgele bloeikolf... daarna volgt het fraaie, gevlekte, samengestelde blad. Een fijne plant voor de schaduw tot halfschaduw. Plant ze lekker diep, dan kunnen ze zeer goed overwinteren!

Een zeer bijzondere verschijning! De enorme kokervormige bloemen verschijnen voordat het grote blad zich ontwikkeld. De kleur van de 40 cm grote bloemschede is lichtgroen met donkerroze centrum en roze zweem over de hele schede. De knots of bloeikolf is helderwit aan de bovenkant (de appendix). Zowel de bloem- als bladstengel is groen met zwartpurperen spikkels. De bollen kunnen het beste vorstvrij overwinteren. Het eerste jaar kunnen we nog geen bloei garanderen…

Deze indrukwekkende soort wordt ook wel kortweg Konjak genoemd en is in Japan heel bekend omdat van de knollen een meel en een gel wordt gemaakt dat “konnyaku” wordt genoemd. Voor ons is vooral de spectaculaire bloem en het enorme samengestelde blad interessant! De bloem (die zelf wel 60 cm hoog kan zijn) rijst op tot 150 cm hoogte en het blad wordt zelfs wel 200 cm hoog! Deze enorme omvang bereikt de plant alleen als je ze in de winter in een kasje zet, gewoon in de vollegrond worden ze toch nog ongeveer 100 cm hoog.
De bloemschede is purperrood van kleur met een enorme bloeikolf of knots. Vind je het gek, dat de plant daarom ook wel Penisplant wordt genoemd...?
Haal bij naderende vorst de knollen uit de grond en bewaar ze ruim vorstvrij in iets vochtige cocopeat. De knollen moeten flink groot zijn om te bloeien, wij verkopen jongere knollen, die pas na enkele jaren kunnen bloeien. Deze knollen geven uiteraard wel het sierlijke blad, dat bij gezonde ontwikkeling de knol laat groeien tot bloeigrootte.

Allereerst komt uit de kale bol een wonderschone bloem met dikke aar en geelgroen schutblad. De aren moeten vliegen lokken voor de bestuiving en hebben dus een (voor hen) aantrekkelijke aasgeur! Na de bloei ontstaat het fraaie, samengestelde blad aan purperbruin gestippelde, dikke stengels. De bol kan enige vorst verdragen, extra grond of bladeren geven meer bescherming.

Deze leuke, gemakkelijk te kweken soort uit Yunnan, China vormt een bijzondere plant tot ongeveer 1 m hoog. Elk jaar groeit 1 groot, vingervormig blad, dat wordt gedragen door een prachtig bruingevlekte stengel. De bloem van Amorphophallus yunnanensis verschijnt in het vroege voorjaar, de bloemschede is groen en later wit, de bloeikolf is net een inktzwam: een steel met grote, langwerpige, witte hoed. Na de bloei ontstaat een fraaie, glanzend blauwe tros met bessen. Geef de plant een deels beschaduwd plekje, de knollen in de winter droog en koel opslaan verdient aanbeveling.

Deze is een van de gemakkelijkst groeiende Arisaema’s, zeer goed winterhard! De bloei is enigszins verscholen en kleurt groen tot bruinrood met witte strepen. Het opvolgende blad is zoals gewoonlijk fraai en overvloedig, als deze aan het afsterven is vallen de dikke trossen met felrode bessen in het zicht, die tot in het najaar je tuin of bloembak zullen sieren!

Een zeer mooie en zeldzame Cobralelie afkomstig uit West-China. Wordt slechts 30 cm hoog en is winterhard, mits de grond waterdoorlatend is. De bloemen zijn groen-wit aan de buitenzijde en wit met een roze zweem aan de binnenzijde. Redelijk makkelijk te kweken in de halfschaduw, bij strenge winters een heuveltje erover plaatsen... Knollen maken nieuwe zijknolletjes in de ondergrond.

Een zeer mooie en zeldzame Cobralelie afkomstig uit West-China. Wordt slechts 30 cm hoog en is winterhard, mits de grond waterdoorlatend is. De bloemen zijn groen-wit aan de buitenzijde en helderwit aan de binnenzijde. Redelijk makkelijk te kweken in de halfschaduw, bij strenge winters een heuveltje erover plaatsen... Knollen maken nieuwe zijknolletjes in de ondergrond.

Een geheel winterharde, opvallende tuinplant met een exotische uitstraling. Eerst groeien de frisgroene, bladeren aan lange, dikke purper gevlekte stengels. Het blad is vanuit het centrum verdeelt in 10-20 delen en vormt zich als een parasol rondom de stengel. De bladdelen monden uit in een draadvormig uiteinde. Alleen hiervoor al verdient de plant een plekje in je tuin! Als vervolgens de ranke, bekervormige bloemen ontstaan (hoogte 60-80 cm), dan is het genot compleet: ze zijn groen-wit met bruinpurperen strepen in de lengterichting. Het achterste deel van het schutblad (bloeischede) heeft een overbuigende, lange uitgroeiing waardoor een dakje ontstaat. Het beeld van een ouderwetse preekstoel is compleet! De planten groeien en bloeien waar andere planten het laten afweten, namelijk in de schaduw. Geef ze een plekje met veel humus.

Een geheel winterharde, opvallende tuinplant met een exotische uitstraling. Eerst groeien de frisgroene, bladeren aan lange stengels. Het blad is vanuit het centrum verdeelt in (meestal) 10 delen en vormt zich als een parasol rondom de stengel. Alleen hiervoor al verdient de plant een plekje in je tuin! Als vervolgens de ranke, bekervormige bloemen ontstaan (hoogte 40-60 cm), dan is het genot compleet: ze zijn groen-wit met zwartpurperen strepen in de lengterichting. Het achterste deel van het schutblad (bloeischede) heeft een overbuigende, lange uitgroeiing waardoor een dakje ontstaat. Het beeld van een ouderwetse preekstoel is compleet! De planten groeien en bloeien waar andere planten het laten afweten, namelijk in de schaduw. Geef ze een plekje met veel humus.

Een opvallende Arisaema! Op 60-70 cm hoogte bloeien de paarsbruine-witgestreepte bloemschedes. De bloeikolven hebben een draadvormige lange sliert, heel spannend... Het driedelige blad wordt enorm groot en vormt soms de schaduw voor de bloemen. De planten zijn goed winterhard en houden van schaduwrijke, vochtige, maar niet nat-blijvende plekken.

Een mooie en wat minder aangeboden Cobralelie afkomstig uit China. De plant wordt ca. 50 cm hoog en is goed winterhard, mits de grond waterdoorlatend is. De bloemen zijn fraai wit met roodbruine strepen. Redelijk makkelijk te kweken in de halfschaduw. Knollen maken nieuwe zijknolletjes in de ondergrond.

Een gemakkelijk te telen, interessante plant, dat van oorsprong in het hooggebergte van Tibet voorkomt. De plant houdt van humusrijke grond en bloeit met fraaie, bekervormige, gele bloemen en donkere binnenkant. Het schutblad groeit bovenaan in een bocht over de opening. Het blad is groot en fraai en de planten zijn geheel winterhard, zorg voor drainerende grond. Het jonge blad is (gekookt) eetbaar.

Het is eind juni in de schaduwrijke tuin en uit het niets steekt een gevlekte vinger uit de grond. Het groeit snel en ontvouwt een enorm driedelig glanzend blad. Elke lob is bijna net zo groot als mijn hand. Maar de echte schat zit verborgen onder het blad: een gestreepte cobra die je moet zien om te geloven!
Alleen al de bladeren zouden het waard zijn om hem in de tuin te hebben, maar als je het felgekleurde, bruinpurper-witgestreepte bloemenschutblad toevoegt, heb je een echt pareltje. Helaas wordt de plant niet zo hoog en vormt de bloem zich onder de bescherming van de bladeren. Je moet op handen en knieën gaan om er echt van te genieten – maar het is het waard!
Alle Arisaema groeien graag in halfschaduw, maar deze soort kan bijna volle zon verdragen.
Arisaema franchetianum wordt vaak verward met A. fargesii. Onze soort is 100% de echte!

Wat extra weetjes:
De plant groeit uit knollen. In de herfst sterven de bovengrondse delen af en blijft de knol overwinteren. In koudere klimaten of waar de grond te nat blijft, kan de knol worden opgegraven en voor de winter in de koelkast worden bewaard. In het voorjaar kan hij weer in de volle grond worden geplant, of in een pot worden opgekweekt. Uit de knollen ontstaan meestal enkele babyknollen en dit is een goede manier om de plant te vermeerderen.
Als u hem in de tuin plant, markeer dan de plek. In Nederland zal hij bovengronds pas eind juni enige groei vertonen.

Deze soort uit Darjeeling en Sikkim vormt een imposante plant van 120 cm hoog met driedelige groene bladeren en (vaak) een purperen buitenrand. De bekervormige bloemen zijn wit met groene strepen en bloeien tamelijk onderaan de plant. Het schutblad groeit bovenaan in een bocht over de opening. Een sterke, interessante plant voor de schaduw!

Deze tamelijk vorstbestendige soort vormt grote, driedelige bladeren van 70-100 cm hoog en op een lagere verdieping bloeien de fantastische bekervormige bloemen met breder uitlopend schutblad, dat zich over de opening buigt. De kleur van de bloemen is groen met purperen strepen en vlekken. Plant ze in de (half)schaduw in goed drainerende, humusrijke grond.

Deze tamelijk vorstbestendige soort vormt grote, driedelige bladeren van 70-100 cm hoog en op een lagere verdieping bloeien de fantastische bekervormige bloemen met extra breed uitlopend schutblad, dat zich over de opening buigt. De kleur van de bloemen is dieppurper met lichte strepen en celvormige tekening, aan de binnenzijde en langs de randen is de kleur kastanjebruin tot wijnrood. Deze zeldzaam fraaie variëteit is een kostbare aanvulling op het sortiment! Plant ze in de (half)schaduw in goed drainerende, humusrijke grond.

Je herkent dit soort aan de gele knollen, maar de schoonheid zit uiteraard in het blad en de bloemen. Ze groeien in het Himalaya gebied en houden van goede drainage in humeuze grond op een iets beschaduwde plaats. Het grote, driedelige blad vergezellen de heldergoene, wit gestreepte bloemen die zowel een lang en dun uitgroeiend schutblad als een zeer lange, paarskleurige aar bezitten. De plant is goed winterhard.

Een prachtige bekerbloem, aan 50 cm lange bruin gespikkelde stengels. De bloem is subtiel groen, roze met witte strepen en purperbruine stippels. Het palmvormige blad ontstaat tegelijkertijd. De planten zijn goed winterhard en houden van goede drainage in humeuze grond op een iets beschaduwde plaats.

Deze zeer vorstbestendige soort vormt grote, driedelige bladeren, die als het ware een schaduwplekje gaan geven aan de fantastische cobra-vormige bekerbloemen: diep purperbruin met lichtgroene strepen. De planten kunnen wat compacter blijven, 20-60 cm hoog. Plant ze in de (half)schaduw in goed drainerende, humusrijke grond.

Deze bijzondere Arisaema vertelt het plantenverhaal op de meest gracieuze manier...: in het voorjaar verschijnen de groeitoppen als grijsroze, gespikkelde speren uit de grond, al snel barsten deze open en laten de (dan nog) verkreukelde bladeren en bloemen zich zien. Het blad groei uit tot een brede driedelige parasolen, hiermee de kostbare bloemenschat verbergend, maar die kan je langs de zijkant bespieden: de kokervormige bloemen hebben een fraaie opgerolde schede met een diepbruine tot zwarte drager in het draaipunt. De kokers zijn fraaie groen- tot bruinwit gestreept. Een enkele knol brengt groene bloemen voort. Na de bloei ontstaan uit de bloeikolf dikke trossen met oranjerode bessen, de herfst is begonnen…

Deze bijzondere Arisaema vertelt het plantenverhaal op de meest gracieuze manier...: in het voorjaar verschijnen de groeitoppen als grijsroze, gespikkelde speren uit de grond, al snel barsten deze open en laten de (dan nog) verkreukelde bladeren en bloemen zich zien. Het blad groei uit tot een brede driedelige parasolen, hiermee de kostbare bloemenschat verbergend, maar die kan je langs de zijkant bespieden: de kokervormige bloemen hebben een fraaie opgerolde schede met een helderwitte drager in het draaipunt. De kokers zijn fraai groen-wit gestreept. Na de bloei ontstaan uit de bloeikolf dikke trossen met oranjerode bessen, de herfst is begonnen…

Volgens veel liefhebbers de Koning(in) onder de Arisaema’s! De veelkleurigheid en eigenaardige vorm zijn daar de oorzaak van. Het vingervormige blad bestaat uit 5 delen en verkleurt van effen groen naar groen met grijsgroene marmering. Als snel na het ontstaan van deze bladeren (op zo’n 30 cm hoogte) verschijnen de kokervormige, aronskelkbloemen: dieppaarse kelken aan de buitenzijde en helderwit van binnen met een ronde knots (of bloeikorf) op een steeltje, net een goed beschermde parel! De bloemschede is puntig en iets overhangend, in bruin-groen-witte kleur. Zoals bijna alle Arisaema’s is deze soort prima winterhard, bij een zeer strenge vorst is het echter wel wijs om extra blad aan te brengen.

Wie houdt van subtiele, exotische planten moet dit soort eens aanplanten, jarenlang bloeiplezier! Zet de plant tussen andere lagere planten of in lichte schaduw op een humusrijk plekje. De 15 cm lange bloeischede is van binnen violet en aan de buitenkant purper met witte strepen. De schede loopt uit in een hele lange punt van wel 30 cm lang, die vaak de grond weer raakt! Binnenin zit de crème tot groenpurperen kolf. Prachtig zijn de drietallige, groene bladeren: de randen zijn vaak bleekroze en de bladstelen bruin gespikkeld. De totale planthoogte is 60 cm en de bloemen zitten halverwege op 30 cm hoogte. Tijdens dreiging van strenge vorst een extra winterdek geven zodat de bollen dieper komen te zitten.

Deze zeldzame, maar wonderschone Arisaema is een opvallende sieraad voor je tuin, maar groeit ook zeer goed in potten! In het voorjaar sprinten de planten uit de grond tot 70 cm hoogte, de dikke stengels zijngroen met zwarte vlekken en de vingervormige bladeren ontvouwen zich als een parasol, net een fraai palmboompje... Al snel volgende de bruinpaars gestreepte aronskelkbloemen met overhangend deksel waar een lange punt aan groeit. De knollen zijn prima winterhard, plant ze niet te ondiep: 20 cm, in humusrijke grond op een halfschaduw plekje.

Dit is wel een van de hoogste Arisaema’s, op 1-1,5 m hoogte torenen de wit-groen-lila bloemen (meestal) boven het vingervormige blad uit. De bloeikolf (of knots) groeit uit tot een lange staart, die recht omhoog steekt. Geef ze zeer humeuze grond en plant ze gerust 10-20 cm diep voor een stevige groei. Na de bloei ontstaan in de herfst prachtig dikke trossen met rode bessen. Je vindt dit soort in het wild vooral in het Indisch subcontinent.

Op 2500 - 4000 m hoogte groeit deze fantastische Cobralelie in het Himalayagebergte. De 50 cm lange bladstelen (purper gewolkt) dragen het flinke drielobbige blad. De diepwijnrode, wit gestreepte bekervormige bloemen komen aan kordate stengels halverwege het blad. Door het brede “dakje” dat de bloem vormt dringt is het uiterlijk van een cobra zich op, vandaar de naam! Zeer winterhard.

Dit fraaie Japanse soort maakt grote bekers (vlak boven de grond) en ongeveer tegelijk ontvouwt zich het (niet minder fraaie) blad. De bekers hebben aan de binnenzijde een diep bruinrood dakje, het uitgroeisel van de bloemschede. De bruinrode bloeikolf groeit uit met een decimeters lange sliert, wellicht om insecten extra te lokken. De buitenkant van de bloemschede is gestreept wit met bruinrood... Zet de knollen op een schaduwplek in zeer humeuze grond, extra winterdek geeft een goede kans op overwintering, anders even oppotten en vorstvrij houden.

Een bladkleur om blijvend te boeien: flink en hartvormig met een blauwgroene kleur en purperbruine vulling tussen de nerven. Deze Colocasia, die uiteraard eetbare knollen produceert, blijft prachtig compact (40-50 cm) en is dus extra geschikt voor de teelt in potten.

Fantastische bladerpracht! De plant groeit iets bescheidener dan de meeste Taro’s dus passen goed op een kleinere plek. De knol overleeft vele winters, een beetje extra dek helpt daarbij, en elk jaar loopt de plant uit tot een volle en exotische schoonheid. Vaak ontstaan op het blad donkerte vlekken, waardoor de groene nerven sierlijk oplichten!
De knol is eetbaar na koken, zie de vele recepten op internet.

Een prachtige bladplant met enorme purperbruine bladeren (de vorm als olifantsoren) en met nog donkerder nerven en stengels. Tot bloei komt deze aronskelkachtige niet in ons klimaat. Zet ze vochtig tot nat en 's winters vorstvrij en droog (hoewel extra dek over de knollen vaak voor overleving in onze winters zorgt). De Taroknollen worden al sinds mensenheugenis in de tropen gegeten, in Azië en Afrika is de teelt enorm populair, ze bevatten 25% zetmeel en zijn vrijwel ongevoelig voor ziekten. Ze worden gekookt, geroosterd, gebakken en gefrituurd. In Afrika worden ze in een pasta (“fufu”) verwerkt. Het blad is na koken ook eetbaar (lekker om vlees of vis in te rollen). Hoogte 1m.

Een prachtige bladplant met enorme bladeren (als olifantsoren) en met een adembenemende blauw-groene waslaag. Tot bloei komt deze aronskelkachtige niet in ons klimaat. Zet ze vochtig tot nat en 's winters vorstvrij en droog. De Taroknollen worden al sinds mensenheugenis in de tropen gegeten, in Azië en Afrika is de teelt enorm populair, ze bevatten 25% zetmeel en zijn vrijwel ongevoelig voor ziekten. Ze worden gekookt, geroosterd, gebakken en gefrituurd. In Afrika worden ze in een pasta (“fufu”) verwerkt. Het blad is na koken ook eetbaar (lekker om vlees of vis in te rollen). Hoogte 1m.

Een prachtige bladplant met paars groen gevlekte bladeren (de vorm als olifantsoren) en met nog donkerder nerven en stengels. Zet ze vochtig tot nat en 's winters vorstvrij en droog (hoewel extra dek over de knollen vaak voor overleving in onze winters zorgt). De Taroknollen worden al sinds mensenheugenis in de tropen gegeten. Ze worden gekookt, geroosterd, gebakken en gefrituurd. In Afrika worden ze in een pasta (“fufu”) verwerkt. Het blad is na koken ook eetbaar (lekker om vlees of vis in te rollen). Hoogte 1m.

Stel je voor: het fraai gedeelde blad groeit op tot een hoogte van 80-100 cm, daarboven begint de bloeiwijze: een bloeischede van wel 40 cm lang in een fluwelige diep bruinpaarse kleur. Plant ze 15 cm diep en geef ze een winterlaagje. We leveren grote knollen voor een jaarlijks succes! Het eerste jaar moet de bol zich settelen, geef ze vruchtbare grond, maar niet te nat.

Deze fraaie aronskelkachtige is een echte charmeur voor de bosachtige rotstuin of in potten of trogcontainers. De pijlvormige, groene bladeren hebben een grappig bolletje bij de aanhechting van de stengel, deze kan je planten en vormt opnieuw een plantje! In de late zomer komt de bloeiende steel (stengel) uit de grond om net boven het 20 cm hoge blad te staan. De miniatuur Jan-op-the-preekstoelachtige bloem heeft een lange tong (bloeikolf of spadix) die net boven het gebladerte krult. Pinellia cordata is niet zo snel groeiend als andere leden van het geslacht, met name Pinellia ternata en Pinellia pedatisecta.

Deze prachtige aronskelkachtige is een echte charmeur voor de bosachtige rotstuin of in potten of trogcontainers. Bovenop glanzende zwarte stengels staan de rubberachtige, fluwelen, donkergroene, pijlpuntvormige bladeren gehouden, elk prominent gemarkeerd door een brede zilveren streep die (vertakkend) de aderen volgt. In de late zomer komt de bloeiende steel (stengel) uit de grond om net boven het 20 cm hoge blad te staan. De miniatuur Jan-op-the-preekstoelachtige bloem heeft een lange tong (bloeikolf of spadix) die net boven het gebladerte krult. Pinellia cordata produceert kleine bolletjes op de bladeren, maar is niet zo snel groeiend als andere leden van het geslacht, met name Pinellia ternata en Pinellia pedatisecta.

Ongeveer tegelijk met het fraaie palmvormige blad ontstaan de ranke, groenwitte, aronskelkachtige bloemen. De bloeikolf (of knots) is zeer lang en steekt als een nieuwsgierige slang boven de stengel uit! Geef de planten een plekje in de schaduw, halfschaduw mag ook. In het najaar volgen de oranje bessen. De plant zal je jarenlang trouw blijven! Hoogte 100 cm.

Deze zelden geziene Pinellia, afkomstig uit de oostelijke provincies Fujian en Zhejiang, is een van de meer ongewone leden van een al zeldzaam en obscuur geslacht. De glanzende, schildvormige, frisgroene bladeren (zoals een hartvormige plaat die op een stok wordt gebalanceerd) produceren de plant in een brede klomp. Vanaf het late voorjaar zijn de bosjes versierd met limoengroene schutbladen en bloeiwijzen... die lijken op een “anorexia ET” met een lange, roomgele, zweepachtige tong. In hete droge klimaten zal Pinellia peltata in de zomer inactief zijn. In gebieden met koele nachttemperaturen zullen ze uitlopers vormen die duiken en weer uit de grond komen als een zeeslang, elk eindigend in een nieuwe bol (knobbeltje) op de punt.

Het grote driedelige blad vormt de basis voor deze sterke schaduwplant. Op een hoogte van 30-40 cm verschijnen de aronskelkachtige bloemschede, groen aan de buitenzijde en dieppurper van binnen met extreem lange bloeikolf. Deze plant komt uit Japan en Zuid-Oost China en settelt zich gemakkelijk in de tuin. Ik heb ze in Hokkaido volop zie groeien en bloeien!

Het grote driedelige blad vormt de basis voor deze sterke schaduwplant. Op een hoogte van 50 cm verschijnen de groene aronskelkachtige bloemschede met extreem lange bloeikolf. Deze plant komt uit Japan en Zuid-Oost China en settelt zich gemakkelijk in de tuin.

Deze Voodoolelie is een enorme opvaller in je tuin! De knol kan ook droog bloeien in het voorjaar: er komt een enorme bloemschede met een even zo lange bloeikolf uit de knol. De bloemen worden groter naarmate de knol groeit. De kleur is crème met bruinrode spikkels en omdat dit een aasbloem is (die vliegen nodig heeft voor de bestuiving) komt er een zoet weeïge lucht van de bloemen af, geen goed idee om ze binnen te zetten tijdens de bloei, of juist wel als grap...
Als de knollen rond de 20 cm diep zitten in goed drainerende grond, dan wordt de winter zeer goed doorstaan, je kan de knollen ook koel en droog in een schuur overwinteren. Na de bijzondere bloei ontstaan enorme bladeren aan gespikkelde, dikke stengels. Elk blad verdeelt zich op een fraaie manier.

Sommige bronnen beweren, dat S. venosum en S. nubicum synoniemen zijn, maar het zijn wel degelijk 2 verschillende soorten. De venosum is kleiner en heeft veel meer spikkels op zijn bladstelen en het blad is spitser. De nubicum heeft grotere bladeren, deze zijn ronder en de bladstengel is groener met minder stippen op de stengel.

HALVERWEGE HET SEIZOEN POTTEN WE DE KNOLLEN OP EN VERKOPEN DEZE ALS PLANT, ZOLANG DE VOORRAAD STREKT...
Een bijzondere telg uit de aronskelkfamilie, die uit de grote knol zelfs droog zal bloeien! Al in 1815 kwam dit soort als rariteit naar Europa. Eind mei groeit een 20-30cm lange bloeischede in een felle kleurenschakering van geel en groenwit met paarse vlekken. De aasbloem verspreidt een onaangename geur, die altijd weer hilariteit opwekt, termen als ‘Eau de Charogne’ of ‘Eau de Caca’ doen de ronde... De bloemen hebben een mysterieus foefje om de geur goed te verspreiden: ze produceren warmte, voel maar! Na de bloei groeien de fraai gedeelde bladeren aan bruin gespikkelde stengels, die weer voeding geven aan de knol voor de bloei het volgend jaar… In de zomer mag de plant naar buiten, ‘s winters op een koel plekje en vrij droog houden tot de bloei komt… Dit jaar een extra grote knolmaat!

Sommige bronnen beweren, dat S. venosum en S. nubicum synoniemen zijn, maar het zijn wel degelijk 2 verschillende soorten. De venosum is kleiner en heeft veel meer spikkels op zijn bladstelen en het blad is spitser. De nubicum heeft grotere bladeren, deze zijn ronder en de bladstengel is groener met minder stippen op de stengel.

Dit zeldzame soortje groeit in het gebergte van China ten noordoosten van Yunnan. Op 3360-4000 meter hoogte in het natte grasland vind je deze unicum! Tegelijk met het pijlvormige blad komen de bloemscheden uit de grond. Het blad heeft een mooie donkere stengel is donkergroen met paarse gloed in een waaiervorm, hoogte ongeveer 25 cm. De bloemschede is lichtbruin gevlekt en vormt gemakkelijk zaad, zodat de plant zich goed settelt in de tuin. Uiteraard zijn de planten geheel winterhard en komen vrij laat (in mei) boven de grond.

Dit zeldzame soortje groeit in het gebergte van Himachal Pradesh (Noord-India) en zuidelijk Tibet. Op 2500-4300 meter hoogte in het natte grasland vind je deze unicum! Tegelijk met het ovaal- tot pijlvormige, groene blad komen de bloemscheden uit de grond. De bloemschede is opvallend dieprood tot kastanjebruin van binnen met een zwartgrijze bloeikolf. De bloem vormt gemakkelijk zaad, zodat de plant zich goed settelt in de tuin. Uiteraard zijn de planten geheel winterhard en komen vrij laat (in mei) boven de grond

Een zeldzamere aronskelk uit China met een grote bruinpaarse bloemschede op lichtere basis en een dikke, rozerode bloeikolf. De pijlvormige bladeren worden ca. 50 cm hoog en verschijnen laat in het voorjaar. De bloei is gelijktijdig met het verschijnen van het blad. Geef de plant een halfbeschaduwd plekje. De knollen zijn behoorlijk winterhard, je mag ze rooien en vorstvrij overwinteren.

Het gespikkelde, pijlvormige blad vormt een sierlijke basis voor de kokervormige bloemen. Deze zijn fantastisch violetroze van kleur, in het centrum donkerder dan aan de buitenkant. Dit ras wordt veel aangeboden als bloeiende potplant bij bloemisten. Hoogte 60 cm.