|
|
Het vijfdelige blad geeft al een speels aanzien aan deze steeds populairder wordende klimplant. De trosjes hangende, diepwijnrode (of spierwitte) bloemetjes decoreren in de zomer je muur of schutting. De plant komt uit Oost-Azië en krijgt het liefst een halfbeschaduwd plekje. Uiteindelijk zullen er hele bijzondere, grijsblauwe, langwerpige vruchten (5-10 cm lang en 4 cm breed) ontstaan, deze bevatten de zaden en er omheen een witte, bijna vloeibare vruchtmassa. De inhoud is in zijn geheel eetbaar met een structuur als de granaatappel. Met een beetje citroensap is het een lekkernij! De schil is bitter, maar na bakken is ook deze een heerlijkheid. De jonge uitlopers van de Akebia zijn heerlijk door de sla en van ouder blad maak je een gezonde thee. Er zijn in de Chinese geneeskunst veel toepassingen bekend tegen o.a. infecties. Tenslotte zijn de 1-jarige twijgen na de winter geschikt als vlechtmateriaal voor manden. Voor goede vruchtzetting zijn 2 planten nodig en is het wijs om met een kwastje de pollen van de mannelijke bloemen (meestal bovenin de plant) in aanraking te brengen met de stampers van de vrouwelijke bloemen van de andere plant. Als je tijdens de bloei veel insecten aan het werk ziet, dan is die handmatige bestuiving niet nodig.
Leveringsmaandenhet gehele jaar
|