Zaden - Bomen en Struiken

Een bijzonder struikje dat alleen in Zuid-Afrika voorkomt. Zeldzaam en zeldzaam mooi! De plant is helemaal gebouwd op extreme hitte: kleine, leerachtige blaadjes. De rozerode bloemetjes zijn al fraai, maar de grote blikvanger zijn de roze tot rode blaas- of lantaarnvormige vruchtjes! De planten kunnen enkele graden vorst verdragen, goed inpakken in de tuin of in potten telen. Geef ze een zonnige plaats waar het water goed wegzakt. De groei is zeer traag.

Een bijzondere, Chinese boom, die behoorlijk winterhard is in ons land, zeker naarmate de boom ouder wordt. De teelt in een grote pot of metselkuip is voor kleinere tuinen een goede optie. Groot, hartvormig blad, aan de onderzijde behaard. De bloemtros is de beloning na een zachte winter: een opstaande tros met naar benedengerichte trompetbloemen, lichtviolet met gele strepen in de keel.

Deze zeer langzaam groeiende, Russische pijnboom kan tegen de strengste vorst, is de laatste boom op menig boomgrens (de zgn. oorlogszone) en kan wel 1000 jaar oud worden. Het “zoemen” van zo’n sterke den zet natuurlijk het volksgeloof in werking, de boom heeft een bijzondere betekenis van Rusland tot Noord-Amerika. De Indianen gebruikten de takken om hun matrassen mee te vullen om zo insecten en ander ongedierte te weren. Dat is helemaal niet gek, want het hout, de naalden en de hars hebben antibacteriële, antifungal en insecticide (motten!) eigenschappen o.a. door het vluchtige pinosylvine (0.5%). Deze stof draagt bij tot de typische geur en zorgt voor welbevinden en een goede gezondheid. De zaden zijn eetbaar als pijnboompitten en van de naalden wordt een heerlijke dennenolie gemaakt, die ook nog een ziektevoorkomende werking heeft, lees het internet er maar op na.

Deze den wordt veel geteeld als bonsai, hij draagt zijn blauwgroene naalden in bundels van vijf. Zachtgrijze bast en kleine bloemetjes, die na bevruchting uitgroeien tot donkerbruine kegels.

Lange, stevige, donkergroene naalden in paren. Deze decoratieve Den wordt vaak als bonsai geteeld en niet in de laatste plaats om de stam met ruwe schorsstructuur. In de tuin houden ze van arme zandgrond.

Deze (nog) onbekende boom is vooral populair vanwege de aantrekkingskracht van de bloei op bijen en hommels (drachtplant) en omdat deze een waardplant voor vlinders is. Het drietallige blad geurt prettig en de kleine witte bloemen staan in grote pluimen bij elkaar. Een feest van zoemende bijen kan je niet ontgaan... Na de bloei ontstaan de platte vruchtjes, die tot in de winter de boom sieren. Deze vruchtjes kunnen heel goed als vervanger van of aanvulling op hop worden gebruikt voor een speciale bierbereiding! De herfstkleur is sierlijk goudgeel. De boom wordt maximaal 9 m hoog, niet al te groot dus. In een (grote) pot kan de boom gemakkelijk tot 3 m of kleiner worden gehouden.

Gemakkelijk groeiende boom, die in een pot in toom te houden is. Het blad is lang en geveerd en groeien vanuit flink gedoornde takken. De prachtige bloemtrossen dragen een massa witte vlinderbloemen, die heerlijk geuren en waaruit een geneeskrachtige bloesemthee wordt getrokken tegen verstopping! Uiteindelijk ontstaan de paarse naar bruin rijpende peulen.

Groenblijvende naaldboom met platte naalden en sponsachtige, roodbruine schors. In de natuur de grootste boomsoort ter wereld (tot 115 m hoog!). Heeft voor bonsaiteelt vele vormmogelijkheden.

De meest imposante naaldboom ter wereld met platte naalden en roodbruine schors. Het grootst bekende exemplaar is 83m hoog, 24m omtrek, 3000 jaar oud en weegt 2000 ton! De boom is ongevoelig voor brand en heeft deze zelfs nodig om te vermeerderen....! Heeft voor bonsaiteelt vele mogelijkheden.

Een gemakkelijk groeiende struik, die tot 5 m hoog kan worden en goed is te snoeien tot 2,5 m. In mei en juni bloeit de struik met witte, hangende bloemtrossen, gevolgd door de grappige
vruchten. De vrijwel ronde doosvruchten zijn vliezig, sterk opgeblazen, 2½ tot 4 cm groot en bevatten veel zaden. Ze zijn 2 tot 3-lobbig, bij rijpheid geelbruin en springen niet open. Zet ze op een zonnige tot licht beschaduwde plaats. De zaden zijn eetbaar.

Een beauty waar je wat geduld mee moet hebben! In zijn jonge jaren is de struik matig winterhard en groeit uit tot een meerstammige kleine boom. Stewartia is wel degelijk familie van de echte Camellia, dit is te zien aan de witte bloem en de vorm van het blad. De verschillen zijn groter dan de overeenkomsten, de schijncamellia is een bladverliezende struik met mooie herfstkleuren en bloeit op een moment dat er weinig andere struiken bloeien in juni en juli. De stam is schilderachtig en bladdert fraai af zoals een plataan. De struik groeit langzaam en bereikt zijn maximale grootte van 10 meter pas na 25 jaar of meer. Net zoals de Camellia verkiest Stewartia een neutrale tot licht zure, humusrijke grond die goed doorlaatbaar is. In hun natuurlijke verspreidingsgebied (Japan) groeien ze in de schaduw van hoge bomen, maar in ons vochtige zeeklimaat verdragen ze volle zon. De prachtige herfstverkleuring is daar beter dan in de schaduw. De voet van de stam moet met bijvoorbeeld wintergroene planten worden beschermd tegen middagzon in de zomer en ochtendzon in de winter.
In (vooral Engelse) tuinboeken wordt Stewartia ook wel eens als Stuartia geschreven. Dat is de naam die verwijst naar de Britse edelman en botanicus John Stuart, derde Earl of Bute (1713-1792) en directeur van Kew Gardens. Toen de Zweedse plantkundige Linneaus in de achttiende eeuw zijn nieuwe systeem om planten (en dieren) te benoemen introduceerde, vergiste hij zich bij de naamgeving van de Stewartia. Hij had de plant nooit in het echt gezien en baseerde zich op een illustratie van de Duitse botanicus Georg Ehret waarop abusievelijk de naam Stewart voorkwam. De regels van de wetenschappelijke nomenclatuur verbieden correcties achteraf, zodat de door Linneaus gegeven naam Stewartia als de enig correcte moet worden beschouwd.

Dit (ten onrechte!) onbekende boompje groeit op veel plaatsen in Japan en is bij ons geheel winterhard. De fraaie bloei (in juni) van hangende, geurende, witte bloemtrosjes wordt enorm gewaardeerd door bijen en de vruchtjes zijn eetbaar voor mens en vogels. Het glanzende, groene blad verkleurt mooi in de herfst in mooie oranje tinten.

De platte naaldjes zijn donkergroen aan de bovenkant en blauwgroen aan de onderkant. De kleine groene bloempjes groeien bij bevruchting uit tot dieproze bessen. Flexibel hout, dus ideaal voor vormen tot bonsai. De zaden zijn giftig, dus niet knabbelen… Uit het zaad groeien mannelijke en vrouwelijke planten. De struik is voor de tuin een mooie solitair en groeit uit tot een boom, die honderden jaar oud kan worden. Door de goede snoeimogelijkheid is de taxus ook zeer geliefd als haag.

Deze nakomeling van de Taxus media ‘Hicksii’ zal voor het grootste deel zuiver terugkomen, de normale groei is in zuilvorm, maar dit soort wordt ook veel voor een haag gebruikt. De totaalkleur is mooi donkergroen. Uiteraard kan je ook een mooie bonsai maken van deze Taxus.

Een fantastische winterharde boom, die veel vaker aangeplant zou moeten worden: deze bloeit met trossen crèmewitte bloemetjes, laat in de zomer en is een belangrijke voedingsbron voor bijen en vlinders! Ideaal dus voor de ontwikkeling van gezonde winterbijen! Het fraai geveerde blad loopt laat in het voorjaar uit. De boom bloeit als struik ook al, na jaren wordt het een middelhoge boom (7-10 m), maar snoeien is ook mogelijk. Na de bloei ontstaan fraaie bessen, waar vogels zich aan tegoed doen en in de herfst sluit de boom het seizoen af met een warme herfstkleur. Kortom: niet te missen!

Leuk als struik of (gesnoeide) boom in de tuin. Als bonsai zeer populair.

Een slingerende klimplant met geveerd blad. Op oudere leeftijd komen de hangende, blauwe bloemtrossen. Door regelmatige snoei ontstaat een stevig, houtig stammetje.
Geschikt (en geliefd) als bonsai.

Een slingerende klimplant met geveerd blad. Op oudere leeftijd komen de hangende, witte bloemtrossen. Door regelmatige snoei ontstaat een stevig, houtig stammetje.
Geschikt (en geliefd) als bonsai.

Fijne takstructuur, kleine getande blaad jes, die in de herfst prachtig verkleuren. Kortom een ideale boom voor bonsaiteelt. Verwant aan de olm of iep.