Aronskelkfamilie

Deze geweldige oerwoudplant uit de Filippijnen wordt gewaardeerd vanwege de enorme en zeer sierlijke bladeren! Een beetje zon is prima, wel veel vocht en zo mogelijk regelmatig sproeien. De witte, aronskelkachtige bloemen zijn fraai, hoewel minder uniek dan de bladeren en worden (na bestuiving) gevolgd door vruchten met oranjerode bessen. De hele plant kan in goede zomers bij ons wel 3 meter in hoogte en omvang bereiken, de prachtige nerven en de rechtop groeiende vormen vallen erg op bij dit soort. (Meestal staan de bladeren van deze familie in een hoek ten opzichte van de stengel.) De plant is niet vorstbestendig, de knollen moeten dus koel en vorstvrij overwinteren.
Zoals veel soorten van deze plantenfamilie zijn zowel de knollen als de stengel, na koken (!) eetbaar. Het jonge blad wordt gebruikt om (rijst)gerechten in te verpakken.

Eerst verschijnt de wonderschone helderwitte bloemschede met grote, goudgele bloeikolf... daarna volgt het fraaie, gevlekte, samengestelde blad. Een fijne plant voor de schaduw tot halfschaduw. Plant ze lekker diep, dan kunnen ze zeer goed overwinteren!

Een zeer bijzondere verschijning! De enorme kokervormige bloemen verschijnen voordat het grote blad zich ontwikkeld. De kleur van de 40 cm grote bloemschede is lichtgroen met donkerroze centrum en roze zweem over de hele schede. De knots of bloeikolf is helderwit aan de bovenkant (de appendix). Zowel de bloem- als bladstengel is groen met zwartpurperen spikkels. De bollen kunnen het beste vorstvrij overwinteren. Het eerste jaar kunnen we nog geen bloei garanderen…

Deze indrukwekkende soort wordt ook wel kortweg Konjak genoemd en is in Japan heel bekend omdat van de knollen een meel en een gel wordt gemaakt dat “konnyaku” wordt genoemd. Voor ons is vooral de spectaculaire bloem en het enorme samengestelde blad interessant! De bloem (die zelf wel 60 cm hoog kan zijn) rijst op tot 150 cm hoogte en het blad wordt zelfs wel 200 cm hoog! Deze enorme omvang bereikt de plant alleen als je ze in de winter in een kasje zet, gewoon in de vollegrond worden ze toch nog ongeveer 100 cm hoog.
De bloemschede is purperrood van kleur met een enorme bloeikolf of knots. Vind je het gek, dat de plant daarom ook wel Penisplant wordt genoemd...?
Haal bij naderende vorst de knollen uit de grond en bewaar ze ruim vorstvrij in iets vochtige cocopeat. De knollen moeten flink groot zijn om te bloeien, wij verkopen jongere knollen, die pas na enkele jaren kunnen bloeien. Deze knollen geven uiteraard wel het sierlijke blad, dat bij gezonde ontwikkeling de knol laat groeien tot bloeigrootte.

Allereerst komt uit de kale bol een wonderschone bloem met dikke aar en geelgroen schutblad. De aren moeten vliegen lokken voor de bestuiving en hebben dus een (voor hen) aantrekkelijke aasgeur! Na de bloei ontstaat het fraaie, samengestelde blad aan purperbruin gestippelde, dikke stengels. De bol kan enige vorst verdragen, extra grond of bladeren geven meer bescherming.