Dit is net als de aardpeer, de zonnewortel en de Yakon een familielid van de zonnebloem. De plant is winterhard, meerjarig en is zeer bekend bij de Native Americans om zijn voedende en geneeskrachtige eigenschappen. Alle delen van de plant zijn eetbaar, een kleine opsomming:
- de wortels zijn rauw, gekookt of gebakken eetbaar. Hoe langer je ze bakt of kookt, hoe zoeter ze worden. Een oude traditie is om ze 3 dagen op een vuurtje te sudderen! De smaak typeren we als notig, zoet met een balsemaroma. De geroosterde wortel is een koffievervanger.
- jonge scheuten, groen of gebleekt, zijn heerlijk als smaakmaker in salades.
- ouder blad en bladstelen worden gekookt gegeten, grotere hoeveelheden helpen tegen slapeloosheid!
- jonge bloemstengels worden geschild en rauw gegeten als selderij.
- het zaad eet je rauw of gekookt. Roosteren en malen en vervolgens kneden tot een cake, die je niet eens hoeft te bakken! Het zaad is rijk aan olie.
In de oude Noord-Amerikaanse traditie wordt Balsemwortel als geneeskrachtig kruid gebruikt: maagproblemen, pijn, koorts, ontsteking remmend, etc. Raadpleeg de site van Plants For A Future voor meer info, wij hebben een deel van deze tekst ook van deze website.
Ook al om de sierwaarde is de plant niet te versmaden: warmgele, kleine zonnebloemen aan 20-60 cm lange stengels, gedragen door zeer droogtebestendig, grijs behaard blad.
Zaaien: in het najaar buiten, na de winter zal kieming volgen of 3 weken in een zaaibakje: 3 weken warm (20 - 25̊C), vervolgens 8 -12 weken in de koelkast, regelmatig controleren of er opkomst is.