|
|
Deze (ook bij ons) winterharde struik groeit van oorsprong in Oost-Azië, vooral in berggebieden, vaak aan de zonnige kant van een bosrand. Het blad is geveerd en valt ‘s winters af. Bedek de aarde met mulch om een vochtige basis te houden, de aarde moet wel goed waterdoorlatend zijn. In de Aziatische keuken is dit vooral een “heetmaker”. Het jonge blad wordt gedroogd en verkruimeld, maar vers is de opvallend hete smaak het lekkerst! Verder worden de gedroogde vruchtschillen gestampt in de vijzel en zijn ook zeer heet. In andere culturen worden ook de zaden gebruikt. Kweek minstens 3 planten of geef de buren er een paar… de planten zijn n.l. tweehuizig, je hebt een mannelijke en vrouwelijke plant nodig. De plant heeft stekels, die later op de bast doorgroeien tot decoratieve knobbels! Tenslotte: de plant is goed tot een decoratieve bonsai te telen!
ZaaimethodeZaaien: kieming kan lang duren, dus meteen beginnen! Zaai in zaaibakjes, pot of op een zaaibedje in de tuin. Er moet minstens 1 winter over het zaaisel komen (koude met lichte vorst) om daarna kieming te krijgen.
Leveringsmaandenhet gehele jaar
|